Studie: 220.000 Oost–Europeanen zoeken werk in westen
De Europese Unie hoeft geen vloedgolf te verwachten van immigranten uit Oost–Europa, Bulgarije, Roemenië en Turkije. Slechts 1 procent van de beroepsbevolking in die landen is vastbesloten om werk te zoeken in de huidige EU–landen. Voor de tien voornamelijk Oost–Europese landen, die 1 mei toetreden, zou het dan gaan om 220.000 nieuwe werkzoekenden per jaar.
Dat blijkt uit de resultaten van donderdag gepresenteerde studie van de Europese Commissie. Het rapport is gebaseerd op een enquête uit 2002 onder 14.000 inwoners van de toekomstige en verwachte EU–lidstaten.
Circa 1 procent van de ondervraagden in de betrokken landen bleek vastbesloten om in de Europese Unie te gaan werken in de komende vijf jaar. Een grotere groep (4,5 procent) heeft wat vagere plannen, maar daarvan blijkt volgens de studie in praktijk meestal weinig terecht te komen.
De grootste interesse werd gevonden in Bulgarije en Roemenië. Hier is 2 procent van de beroepsbevolking vastbesloten naar de EU te komen. Onder Turken blijkt de belangstelling vrij matig (0,3 procent).
De belangstelling is vooral groot onder hoogopgeleide, jonge personen. Ongeveer een kwart daarvan heeft een universitaire opleiding. De EU vreest zelfs voor een ’brain–drain’, een uitstroom van de slimste arbeidskrachten uit Oost–Europa. Na de hereniging van West– en Oost–Duitsland vertrokken uit het oosten ook al veel talentvolle jongeren naar het westen van het land.
De studie heeft niet uitgezocht hoe lang de werkzoekenden willen blijven. Ook is geen rekening gehouden met de beperkende maatregelen van de bijna alle Europese landen. Onder meer Nederland heeft een rem gezet op een toestroom van goedkope Poolse arbeidskrachten.
De anti–Poolse maatregelen zijn waarschijnlijk wel legaal, maar de Europese Commissie vindt ze niet nodig. „Deze studie bevestigt onze mening dat de angst voor een vloedgolf aan arbeidskrachten ongefundeerd is", zegt Europees commissaris Wallström (Sociale Zaken). „De nieuwe lidstaten zullen juist de veelgevraagde opgeleide mensen leveren, die actief bijdragen aan de Europese economie."