Kerk & religie

Blinken

Daniël 12:13

Aalt Gerritsz. van Dijkhuizen
30 June 2015 08:23Gewijzigd op 15 November 2020 20:06

„Maar gij, ga heen tot het einde, want gij zult rusten en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen.”

Er zullen onderscheiden trappen in die heerlijkheid zijn. Dus zou ook Daniël, in die algemene opstanding ten laatsten dage, opstaan tot zijn lot of erfenis die hem, als Gods getrouwe dienaar en bijzondere gunstgenoot, overeenkomstig de genadebeloften te wachten staat, namelijk die onverderfelijke en onverwelkelijke erfenis van een volkomen zaligheid en heerlijkheid naar ziel en lichaam die nu in de hemel bewaard wordt voor het volk van God.

Wie twijfelt eraan dat Daniël onder de erfgenamen van die zaligheid een uitnemend heerlijk deel zal ontvangen met hen van wie er wordt gesproken (vers 3)? Zij zullen blinken als de glans van het uitspansel en gelijk de sterren, eeuwig en altoos. Met zulke grote, dierbare beloften ging voor Daniël de aankondiging van zijn dood gepaard, opdat hij te blijmoediger mocht heengaan om zich te bereiden tot zijn naderend einde, en dat gelovig en reikhalzend tegemoet zien. Hiermee werd hij naar Gods raad op aarde afgelost, daar nu zijn werk volbracht, zijn strijd gestreden en zijn loop geëindigd was. Nu zou hij de kroon van de rechtvaardigheid ontvangen.

Aalt Gerritsz. van Dijkhuizen,

predikant te Ouddorp

(”De wachter op Sions muren”,
1855)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer