Boko Haramstrijder bekeert zich tot christendom
„Mensen schreeuwden en smeekten: „Alsjeblieft, laat me leven.” Toch ging ik door. Mannen, vrouwen of kinderen, het maakte me niet uit. Iedereen die ik voor de loop van m’n geweer kreeg, ging eraan.”
De Nigeriaan Bahdri –in werkelijkheid heet hij anders– is een voor het oog bescheiden en vriendelijke jongeman van 28 jaar. Uiterlijk verraadt niets dat hij een voormalige massamoordenaar is. Drie jaar lang was Bahdri jihadstrijder in het leger van Boko Haram, de terreurorganisatie die de afgelopen jaren in het noordoosten van Nigeria duizenden onschuldige mensen doodde, voornamelijk christenen. Dat Boko Haramstrijders spijt krijgen van hun daden, komt weinig voor. Dat een Boko Haramstrijder vervolgens ook nog christen wordt, is een zeldzaamheid.
Sympathiek
„Mijn vader was leider van een extremistische moslimorganisatie die jongeren onderwees in de islam”, vertelt hij. „Er werd me geleerd dat christenen ongelovigen zijn. Met kerstfeest kregen wij thuis weleens voedsel van christenen uit de buurt. Mijn vader zei dat we dat niet mochten opeten. Hij pakte het voedsel aan, maar spoelde het vervolgens door het toilet.
De haat tegenover christenen begon te groeien. Ik wilde christenen zelfs geen hand meer geven. Er zat één christelijke jongen in mijn klas. Hij was slim, en ook sympathiek. Daarom stelde ik hem weleens een vraag. Hij voldeed niet aan de vooroordelen waarmee ik was opgegroeid. Hij probeerde meer contact met me te krijgen en begon over Jezus te vertellen en ik reageerde daar belangstellend op. Mijn vader vond dat die jongen een verkeerde invloed op mij uitoefende en heeft me van school gehaald.”
Droom
Op een nacht krijgt Bahdri een indringende droom waarin iemand in een wit gewaad tot hem spreekt. „Ik hoorde: „Ga af van het pad dat je nu volgt.” Mijn ouders zeiden dat het een demon was en dat ik maar veel moest bidden. De droom bleef terugkomen. Uiteindelijk ben ik naar mijn christelijke vriend teruggegaan. Hij bracht me naar zijn predikant en die beweerde dat Jezus tot me gesproken had. Ik geloofde dat aanvankelijk niet, maar de droom bleef terugkomen. Na drie weken stelde de predikant me voor de keus: of christen worden, of moslim blijven. Uiteindelijk heb ik besloten om christen te worden. Hij bad voor me en gaf me het Nieuwe Testament. Mijn jongere broer zag de Bijbel in mijn kamer liggen, pakte hem en gaf die aan mijn moeder.”
Bahdri is bang dat zijn bekering ontdekt zal worden en besluit te vluchten. De predikant regelt een schuilplaats. Op een school kan hij een discipelschapstraining volgen om meer te leren over het christelijk geloof.
Al snel wordt zijn schuilplaats ontdekt en Bahdri wordt op straat klemgereden door twee van zijn broers. „Ze vroegen: „Ben je christen geworden?” Dat heb ik toen beaamd. Ze benadrukten dat ik me moest realiseren welke gevolgen deze beslissing met zich meebracht. Sommige familieleden vonden dat ik moest worden gedood. Ik werd twee weken opgesloten in een afgelegen huis.”
Jihad
Op een avond komt Bahdri’s zus wat eten brengen. Ze heeft medelijden met haar broer en helpt hem te ontsnappen. „Ik begon te rennen en vluchtte naar een dorpje waar ik nog nooit was geweest. Daar ontmoette ik iemand die ik meende te kunnen vertrouwen. We spraken af dat ik paar dagen bij hem kon blijven, maar toen bracht hij me naar een groot afgesloten terrein met verschillende huizen. Op mijn vraag waar ik was, antwoordde hij: „Wacht maar, maak je geen zorgen.””
Al spoedig blijkt dat Bahdri op een dramatische manier in de val is gelopen. Hij is in een trainingskamp van terreurorganisatie Boko Haram beland. „Ik mocht niet naar buiten. Elke ochtend en elke middag kregen we Koranles en moesten we teksten reciteren. ’s Avonds luisterden we naar preken van imams. Er werd gezegd: „Als mens heb je geen ander doel dan de wil van Allah te doen.”
Ik was bang, want iedereen diende Allah op een gepassioneerde manier. Ik kreeg een uniform en moest ook legerschoenen dragen. „Kijk naar wat Israël en de Amerikanen doen”, hielden ze ons voor. „Ze trainen christenen en geven hun alles om ons te bestrijden. Dat moeten wij dus ook doen.”
Ik kreeg schietles, en als je het doel raakte was je de held van de dag. Er werd geapplaudisseerd en je kreeg extra lekker eten.”
Leugen
Bij Bahdri groeit de overtuiging dat de islam de enige ware religie is en dat hij zich enorm vergist heeft door christen te worden. „Ik had Jezus in mijn leven ontvangen, maar vervolgens werd ik gekidnapt. Jezus had me niet beschermd. Als Hij de ware God was, had Hij wel wat voor me gedaan. Ik was boos en begon het christendom opnieuw te haten.”
Die haat wordt in het trainingskamp dagelijks gevoed. „We leerden dat een moslim het recht heeft zich eigendommen van christenen toe te eigenen of te vernielen, want christenen zijn varkens.”
Bahdri krijgt de opdracht ten strijde te trekken en iedereen te doden die als ongelovig wordt beschouwd. „Mijn instructies luidden: „Als je een christen tegenkomt, vermoord hem dan, spaar zijn leven niet. Je schiet op iedereen en probeert verwarring te zaaien. Het maakt niet uit of het om een vrouw, een man of een kind gaat. Alles en iedereen die jou belemmert in je doel, schiet je neer.”
Mensen schreeuwden en smeekten: „Alsjeblieft, laat me leven.” Desondanks ging ik door. Als ik thuiskwam en probeerde te slapen, hoorde ik de mensen in mijn slaap nog schreeuwen. Vaak schrok ik wakker vanwege nachtmerries. Er werd gezegd dat dit normaal is en ik kreeg het advies om een druppel bloed van het lichaam van een slachtoffer af te nemen met mijn vinger en door te slikken. Je mocht geen medelijden hebben. Het doden van een mens werd op den duur zoiets als het slachten van een kip.”
Twijfel
Bahdri vertelt zonder schroom over zijn gruweldaden. Drie jaar lang vecht hij vol overgave in het leger van Boko Haram, maar de nachtmerries komen terug. De militaire eenheid waarvan hij deel uitmaakt, lijdt steeds vaker verliezen. Hij gaat twijfelen over de weg die hij is ingeslagen.
Tijdens een gevecht met het Nigeriaanse leger in 2010 wordt zijn eenheid teruggedreven en veel van Bahdri’s vrienden komen om. In de chaos die ontstaat, besluit hij te vluchten. „Om niet herkenbaar te zijn gooide ik mijn vuurwapen weg, deed mijn uniform en legerschoenen uit en zette het op een rennen.”
Na veel omzwervingen neemt Bahdri een niet voor de hand liggende beslissing. Hij gaat terug naar de school waaraan hij na zijn bekering tot het christendom een discipelschapstraining had gevolgd. „Ik zocht de predikant op en viel op mijn knieën. Hij vroeg wat er aan de hand was, maar ik kon niets uitbrengen en huilde alleen maar. Ik bleef daar drie dagen, zonder iets te zeggen. Mijn mentor van destijds vroeg: „Wat is er met jou gebeurd?” Ik antwoordde: „Ik heb de grootste fout van mijn leven gemaakt. Omdat u mijn mentor bent, zal ik vertellen wat er is gebeurd. Ik heb de ergste dingen gedaan die een mens kan doen. Ik was een dier en handelde op basis van instructies en commando’s.”
De predikant was geschokt en zei: „Hoe weet ik zeker dat je er niet door Boko Haram op uit bent gestuurd om mij te doden?” Ik antwoordde: „Nee, ik ben in de war en heb uw hulp nodig.” Ik mocht niet in zijn huis blijven, maar werd voor een aantal dagen naar een andere plek gebracht. Verschillende mensen baden met me, maar stelden ook kritische vragen. Ze vroegen of ik nog steeds in de Heere Jezus geloofde. Ik antwoordde: „Ja, ik geloof in Hem en wil dat graag opnieuw belijden.””
Berouw
Het integreren in de christelijke gemeenschap die hij onnoemelijk veel pijn heeft aangedaan, lijkt een onmogelijke opgave. „Afgelopen jaar heb ik maar drie keer een kerk bezocht. Uiterlijk lijk ik op een moslim uit het noorden. Na afloop van een dienst liepen kerkgangers een keer naar de predikant met de vraag of ik wel echt mijn leven aan Jezus had gegeven. Christenen zijn erg voorzichtig om mensen met een moslimachtergrond in de kerk toe te laten.
Ik vertel zelden mijn levensverhaal; nu pas voor de vierde keer.” Bahdri zucht diep en vervolgt: „Ik bid: „God, vergeef me. Wees genadig, en als het mogelijk is, gebruik mij. Dat ik met dezelfde toewijding als ik voor satan werkte, nu voor U mag werken.””
Richard Groenenboom is verslaggever bij de Evangelische Omroep (EO) en woordvoerder van SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk). Zaterdag verscheen bij deze stichting het boek ”Kalifaat of de kogel”. Dit kost 4,95 euro en is te bestellen via kalifaatofdekogel.nl. De EO zond onlangs een interview uit met Bahdri. Dit interview is te beluisteren op eo.nl/radio5.