Wandelgangenwijsheid
Op weg naar een Gereformeerde Theologische Universiteit valt op dat theologen persoonlijker in elkaar geïnteresseerd raken.
Water stroomt altijd naar het laagste punt. En het gevoel van gewone mensen die van een afstandje naar ingewikkelde onderhandelingen kijken, bedriegt zelden. Dat werd me onlangs weer duidelijk toen ik twee congressen bijwoonde.
In Kampen ging het over de uitleg van de Bijbel en de reformatorische leesregel ”sola scriptura”. De sprekers en toehoorders bestonden uit mensen uit de kleine gereformeerde kerken, de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland en een enkele hersteld hervormde. De maandag erop vond onder de vlag van het Centrum voor Israël Studies een ontmoeting plaats met rabbijn Shlomo Tucker uit Jeruzalem en vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Nederland. Hier waren vooral christelijk gereformeerden en bonders aanwezig. Maar ook uit andere kerken waren predikanten vertegenwoordigd.
Natuurlijk werd er veel gepraat over de uitleg Bijbel en de verhouding tussen het christelijk geloof en het jodendom. Tegelijk dreef in de zonovergoten wandelgangen het gesprek ook keer op keer af naar die andere kwestie: het besluit van de christelijke gereformeerde synode om een poging te wagen om met de eigen Theologische Universiteit in Apeldoorn, de zusterinstelling in Kampen en met anderen te komen tot een Gereformeerde Theologische Universiteit.
Eigenlijk best vreemd. De voorbereidingen vinden plaats in de binnenkamer. Het enige wat er tot nu toe bekend is, is dat er in de loop van volgend voorjaar concrete plannen ter goedkeuring aan de kerken worden voorgelegd. Je zou zeggen: wacht rustig af.
Maar zo werkt het niet. Er is de afgelopen jaren te veel gebeurd in theologisch Nederland. De ontwikkelingen dringen zich onontkoombaar op.
Op beide congressen bleek iedereen daarbij gek genoeg eigenlijk niet zo geïnteresseerd in wat er op dit moment achter de schermen gebeurt. Het kan toch nog alle kanten op. Maar wat wel telt, is het besef komende jaren hoe dan ook meer met elkaar te maken te krijgen. En dat wekt de onderlinge belangstelling. Wie ben jij precies? Hoe sta je in het leven? Waarna ook de onderliggende gevoeligheden op tafel komen. De geschoktheid onder hervormde predikanten over het verdwijnen van de theologische faculteiten in Leiden en Utrecht. De vrees onder christelijk gereformeerden te worden overgenomen door die vrijgemaakte kuyperianen. En de angst van vrijgemaakten door bevindelijk gereformeerden steeds weer gewogen en te licht bevonden te worden.
De oprechte belangstelling en wijsheid die ik in de wandelgangen ontmoette, intrigeert. Breder dan ik dacht leeft het besef hoe dan ook op elkaar te zijn aangewezen. Mij trof daarin de wil dan ook maar die dingen te bespreken die je na aan het hart liggen. Voor bonders is dat de presentie van gereformeerde theologie aan een gewone universiteit en midden in de Protestantse Kerk. Voor christelijk gereformeerden de vrees dat de zo gewaardeerde eigenheid ten onder zal gaan. En voor vrijgemaakte neocalvinisten de overtuiging dat hun meer open houding naar de cultuur niet bij voorbaat kan worden weggezet als ongereformeerd.
Niemand weet wat de toekomst brengt. Maar de wandelgangenwijsheid leert nu al wat er op weg naar die toekomst zal worden besproken.
Koert van Bekkum, Universitair Docent Oude Testament / Assistant Professor of Old Testament