De olifanten zijn de afgelopen jaren goed beschermd en dreigen nu aan hun eigen succes ten onder te gaan. De dieren grazen de vegetatie in Afrikaanse wildparken weg, zodat er te weinig voedsel overblijft. Zonder ingrijpen is volgens de deskundigen, die vorig najaar bijeen waren in Utrecht, een „massale sterfte” van de olifanten „onontkoombaar.” Alleen al in het Hwange National Park in Zimbabwe zou de kudde de komende drie jaar 20.000 olifanten kleiner moeten worden.

Voor het Wereld Natuur Fonds (WNF) is het afschieten van olifanten om de populatie onder controle te krijgen volgens een woordvoerster „op voorhand geen optie.” De organisatie richt zich in dergelijke situaties in de eerste plaats op het vergroten van het leefgebied van een uitdijende kudde en anders op het verplaatsen van dieren. Bij populaties neushoorns in Nepal, waar zich enkele jaren geleden een vergelijkbaar probleem voordeed, heeft die strategie ervoor gezorgd dat de dieren weer op meerdere plaatsen voorkomen. Voor een directe reactie op de conclusies van het rapport over de Afrikaanse olifanten is het volgens de woordvoerster overigens nog „een beetje te vroeg”, omdat WNF-experts nog naar de conclusies kijken.

In een aantal Afrikaanse landen groeien de olifantenkuddes jaarlijks met 5 tot 10 procent. Omdat ze de wildparken leegvreten, vormen de kuddes een gevaar voor het voortbestaan van de eigen soort en van tal van andere dieren. Verplaatsing van olifanten kan in sommige gevallen een oplossing bieden. Willen de Afrikaanse natuurbeheerders echter snel de olifantenpopulaties onder controle krijgen, dan is „de enige realistische oplossing” op korte termijn het afschieten van de olifanten.

Wanneer de kuddes in omvang op orde zijn, is anticonceptie volgens de landen de beste oplossing om de groei van het aantal olifanten te beteugelen.