Van U. al kort na dood Borst in beeld
DEN HAAG (ANP). Bart van U. was al in februari 2014, kort na de dood van oud-minister Els Borst, bekend bij het team dat onderzoek deed naar haar dood. Dat staat in het rapport van de commissie Hoekstra, waarin wordt geconstateerd dat de aanpak van mogelijk gevaarlijke psychisch verwarde mensen faalt.
In het rapport staan de keren opgesomd dat Van U. in aanraking kwam met de politie. Die kreeg voor het eerst in 2007 een signaal dat Van U. psychische problemen had. Op 17 februari 2014, kort na de dood van Borst op 8 februari, sprak Van U. met een wijkagent. Die bleef met een gevoel van ongerustheid zitten en gaf dat ook door aan collega’s.
Daarna bleek dat Van U. inmiddels bekend was bij het Grootschalig Onderzoeksteam Ruys, dat onderzoek doet naar de dood van Borst. De politie in Amersfoort had melding gemaakt van Van U. In die plaats had Van U. op 11 februari vuurwerk afgestoken voor het politiebureau.
Uiteindelijk leidde een DNA-match er dit jaar toe dat hij als verdachte werd aangemerkt voor de gewelddadige dood van de oud-minister. Dat gebeurde pas nadat Van U. al was aangehouden voor betrokkenheid bij de dood van zijn eigen zus Loïs.
De vroege wetenschap over Bart van U. is opmerkelijk. Al in maart 2014 vroeg de politie in Opsporing Verzocht aandacht voor een verwarde man, die in de week voor haar dood bij Borst aan de deur was geweest.
Later, in oktober 2014, liet de politie weten inderdaad te denken aan een dader met een psychische stoornis. De politie riep behandelaars, mantelzorgers en hulpverleners op om verdacht gedrag, zoals opmerkingen over Borst, van hun patiënten te melden.