Een protestant op excursie
Titel:
”De reis van Thomas Platter, 1595-1599”
Auteur: Emmanuel Le Roy Ladurie; vert. Théo Buckinx
Uitgeverij: Bert Bakker, Amsterdam, 2003
ISBN 90 3512 343 3
Pagina’s: 576
Prijs: € 24,50. De Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie houdt van dikke pillen. Vijfhonderd bladzijden is normaal. Zo dik is ook ongeveer de vertaling die sinds kort in de Nederlandse boekwinkel ligt: ”De reis van Thomas Platter, 1595-1599”. Le Roy Ladurie volgt een jonge protestant door voornamelijk roomse streken: Frankrijk, Spanje, de Zuidelijke Nederlanden. Toch is het werk geen nieuwe ”Montaillou” of ”Familie Platter”.
Met ”Montaillou” heeft Le Roy Ladurie (1929) naam gemaakt. Het is nog steeds zijn meesterwerk, ook al is het inmiddels een kleine dertig jaar geleden verschenen, in 1975. Een opzienbarende studie die het leven in het kleine bergdorp Montaillou in de Pyreneeën rond 1300 openlegt. Le Roy Ladurie ploos de aantekeningen van een lid van de inquisitie uit -Montaillou was een ketters (katharen)plaatsje- om de diverse lagen van het leven in het bergdorp te presenteren.
Inmiddels is ”Montaillou” het symbool voor een bepaalde manier van geschiedschrijving. Een manier die ook haar Nederlandse vertegenwoordigers heeft: ”Een dorp in de polder. Graft in de zeventiende eeuw” (1994) van de Amsterdamse historicus dr. A. Th. van Deursen is min of meer ’ons’ ”Montaillou”. Net als Le Roy Ladurie presenteert Van Deursen met ”Graft” een microhistorie: geschiedenis van benedenaf, met uitputtend gebruik van lokaal archiefmateriaal. Het verleden wordt niet gepresenteerd door de bril van vorsten, politici of structuren, maar stelt het individu, de familie en het dorp centraal.
Misschien is Le Roy Ladurie wel de belangrijkste vertegenwoordiger van de zogenaamde Franse Annales-school, die rond 1960 via het tijdschrift ”Annales. Economies, Sociétés, Civilisations” opgang maakte - een pionier en bovendien iemand die nu nog van zich laat horen. Le Roy Ladurie, momenteel hoogleraar aan het beroemde Parijse Collège de France, werd in 1967 redacteur van de ”Annales” en doceerde in de tussenliggende tijd in Princeton en Michigan. In 1966 publiceerde hij zijn eerste grote studie: ”De boeren van de Languedoc”. Net als Montaillou -een dorpje dat met 250 inwoners rond 1300 minuscuul was en nu alleen nog uit een gerestaureerd kasteel bestaat- koos hij mensen en een streek die tot dan toe als onbeduidend werden gezien.
Die aanpak is typisch voor de Annales-lieden. Deze naoorlogse historici hadden een afkeer van idolen, van politiek, chronologie en evenementen. Annales-geschiedkundigen van het eerste uur, zoals Lucien Febvre en Marc Bloch, lieten zich erg beïnvloeden door andere vakgebieden, vooral voor economie, sociologie en antropologie. Het ging hun om een meer totale geschiedenis. Ze hadden aandacht voor mentaliteiten, kozen voor een integrale aanpak en bestudeerden demografische en economische trends en golfbewegingen in de geschiedenis. Dat leverde regiostudies en doorsneden van plattelandssamenlevingen op. Rond 1960 was deze aanpak toonaangevend onder Franse historici en het staat buiten kijf dat elke historicus van vandaag aan de Annales tribuut verschuldigd is. Een grote man als Van Deursen is dat in Nederland, net zo goed als een derdejaarsstudentje in Duitsland of de Verenigde Staten. Overal staan tegenwoordig bijvoorbeeld kerkenraads- en rechtbanknotulen en egodocumenten zoals dagboeken en reisverslagen als bron hoog gewaardeerd.
Aanhangsel
Voor zijn jongste uitgave -in 2000 al in Frankrijk verschenen- heeft Le Roy Ladurie niet tijden achtereen in archieven naar allerlei bronnen gespit. Eigenlijk is ”De Reis van Thomas Platter” niet meer dan het ontsluiten van Thomas Platters dagboek en het toevoegen van voetnoten en een inleiding. Daarbij heeft Le Roy Ladurie ook nog flink kunnen leunen op Rut Keiser, een Zwitserse dame die in 1968 al de ”Beschreibung der Reisen van Thomas Platter II” uitgaf. Ook het zeer uitvoerige notenapparaat -zo’n honderd dichtbedrukte bladzijden- is voornamelijk het werk van Keiser, net als de inleiding waarin Thomas Platter wordt getypeerd. Le Roy Ladurie heeft daaraan een extra inleiding toegevoegd waarin hij op het dagboek zelf ingaat. De jongste ”Platter” biedt dus het originele dagboek van Thomas Platter junior en is meer een primaire tekst dan een oorspronkelijke historische studie. Daarmee past hij niet in het rijtje ”Languedoc”, ”Montaillou” en ”Familie Platter”, maar vormt eerder een aanhangsel bij de laatste uitgave. Het is Platter deel twee.
Thomas Platter junior, de schrijver van het dagboek, komt ook voor in de studie die Le Roy Ladurie in 1995 publiceerde: ”De eeuw van de familie Platter (1499-1628)”. In het jaar waarin zijn dagboek start, 1595, is hij een 21-jarige student uit Basel die naar Montpellier vertrekt om daar geneeskunde te studeren, en daarna in Uzès praktijkervaring gaat opdoen. Zijn dagboek is een verslag van vierenhalf jaar reizen: van Basel naar Catalonië, om via Frankrijk, Zuid-Engeland en de Zuidelijke Nederlanden (nu België) naar Zwitserland terug te keren. Hij gaat uiteraard te voet en is in 1600 weer terug.
Zijn halfbroer, de zestigjarige hoogleraar Felix Platter, heeft het redelijk gemaakt en zorgt voor de financiën. Sinds het overlijden van hun vader in 1582 -Thomas was toen acht jaar- staat hij garant voor de zorg en opvoeding van Thomas junior. Het was ook Felix die hem naar Montpellier stuurde. Uiteindelijk verblijft hij daar anderhalf jaar, net zo lang als zijn ’co-schappen’ in Uzès duren.
Tussendoor reist hij door West-Europa voor zijn algemene ontwikkeling. Thomas volgt zijn broer Felix op de voet: hij promoveert en wordt uiteindelijk ook hoogleraar in Basel en eindigt als deken en rector magnificus van de universiteit. In 1625 is hij de officiële arts van de stad. Platter overlijdt drie jaar later; slechts drie van zijn zes kinderen overleven hem.
Het is interessant om de zestiende-eeuwse wereld door de ogen van de jonge Platter te zien. Hij beschrijft ontmoetingen, landschappen, steden, monumenten, kleding - een wereld die volstrekt anders is dan die wij kennen. Nog interessanter zou het zijn geweest als hij veel persoonlijke of meer existentiële aspecten van het dagelijkse leven had weergegeven, maar daarmee is hij karig. Had zijn broer Felix de pen vastgehouden, dan hadden we daar vermoedelijk meer inzicht in gekregen.
Commentaar
Het Europa dat Thomas doorwandelt, is dat van de godsdienstoorlogen. Precies in de periode van zijn dagboek krijgen de hugenoten meer rechten door het Edict van Nantes (1598): ze krijgen gewetensvrijheid, beperkte vrijheid van godsdienstoefening, politieke gelijkheid en vrijsteden. Voor Thomas moet dat een opluchting zijn geweest: hij is een protestant die door overwegend roomse gebieden trekt. Hij bekijkt de wereld ook door een typisch protestantse bril en dat maakt zijn dagboek des te interessanter.
Le Roy Ladurie vindt dat ook; in zijn inleiding en voetnoten beschrijft hij Thomas’ reformatorische houding en reacties. Opvallend genoeg schroomt de historicus niet om daar persoonlijk commentaar bij te geven. Op bladzijde 456 vindt hij de keus van het protestantse Zuid-Franse stadje La Rochelle om alle inwoners voor het gerecht gelijk te behandelen bijvoorbeeld „verstandig”: „een verstandige egalitaire calvinistische mentaliteit, lang voor de Franse Revolutie, in 1789.” Hoezo gekleurd?
Overal waar hij komt zoekt Platter geestverwanten op. Hij maakt min of meer een gereformeerde excursie en bekritiseert allerlei roomse gebruiken, al treedt hij sommige rooms-katholieke medemensen en uitingen weer opvallend onbevooroordeeld tegemoet. Le Roy Ladurie: „De student is op zijn tijd ruimdenkend, vooral als het gaat in iets wat hem bevalt.” Dat „iets” slaat vooral op schilderkunst, toneel, muziek. Zijn beschrijving van de Joden in Avignon is al sympathiek - wellicht een van de mooiste teksten van de Renaissance over deze gemeenschap.
Ook al is het Platter-dagboek geen historische studie, het breng het zestiende-eeuwse dagelijkse leven in Europa, met zijn spanningen op godsdienstig gebied, erg dichtbij. In die zin past het perfect in Le Roy Laduries Annales-adagium.
Niet alleen voor Platter-watchers, maar ook voor wie voor Reformatie en Renaissance interesse heeft, en eigenlijk ook voor wie zichzelf reformatorisch vindt, is Thomas’ dagboek de moeite waard. Ook al is Thomas’ wereld niet de onze, het laat ontdekken hoe weinig verschil er tussen het leven rond 1600 en rond 2000 zit.