Het kabinet wacht nu op een advies hierover van de extern volkenrechtelijk adviseur en neemt daarna een besluit. Dat zeiden de ministers Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) en Jeanine Hennis (Defensie) vrijdag na het kabinetsbesluit om de missies in Irak, Mali en Afghanistan te verlengen.

De inzet van Nederlandse gevechtsvliegtuigen tegen de terreurbeweging Islamitische Staat (IS) boven Syrië is een heikel punt. Nederland doet dat alleen als de Verenigde Naties daarvoor toestemming (volkenrechtelijk mandaat) hebben gegeven. Dat is niet het geval. Enkele andere landen uit de internationale coalitie bombarderen overigens wel IS-stellingen in Syrië.

In Syrië is naast de opmars van IS al langer een burgeroorlog gaande waarbij opstandelingen het opnemen tegen het regime van president Bashar al-Assad. Westerse landen willen dat de president aftreedt. De aanvallen van de coalitie op IS in Irak gebeuren op verzoek van de Iraakse regering zelf.

De juristen vinden dat er een basis is voor bombardementen boven Syrië, omdat er doorlopend IS-aanvallen vanuit Syrië op Irak zijn. De Syrische regering kan dit zelf niet stoppen, zei Ploumen.

Het kabinet zal bij zijn besluit ook kijken naar wat andere landen doen, omdat het belangrijk is gezamenlijk te blijven optrekken, aldus Hennis.