Merendeel hongerende zwijnen afgeschoten
De Veluwe kan met gemak 700 wilde zwijnen aan. Vorig jaar liepen er echter niet minder dan 5000. Jagers van de Vereniging Wildbeheer Veluwe (VWV) hebben er in het afgelopen jachtseizoen dan ook ongeveer 4000 moeten afschieten.
„De afschot van wilde varkens was hard nodig”, zegt Gerrit Jan Spek, ambtelijk secretaris van de in Vaassen gevestigde VWV. „Ze lijden honger. Ik zag er onlangs een paar bij de Planken Wambuis. Ze stonden te wankelen op hun poten en waren uitgemergeld. Het afschotseizoen is gesloten, maar voor zulke gevallen is er een ontheffing, zodat ze vorige week uit hun lijden verlost konden worden.”
Oorzaak van de hongersnood is de extreme droogte van afgelopen zomer. Het gras verdorde, de eikels droogden uit en de beuk had niet gebloeid, zodat er in de herfst ook geen beukennootjes waren. Bij een voedselrijk jaar geven de beuk en de eik op de Veluwe 10 miljoen kilo natuurlijk voedsel, de afgelopen herfst was er bijna niets. De hongerende zwijnen veroorzaakten veel overlast. Meer dan 300 werden er aangereden. Naast duizenden euro’s blikschade viel er ook een menselijk slachtoffer te betreuren. Daar waar geen afrastering stond, kwamen de zwijnen binnen de bebouwde kom, waar ze tientallen grasvelden omwoelden, op zoek naar voedsel.
Ermeloër Ten Hove kan erover meepraten: „Tot twee keer toe zijn de wilde zwijnen in mijn tuin geweest. Ze hebben de borders met rust gelaten, maar de grasmat ploegden ze totaal om, om wormen en insecten op te peuzelen. Ik ben niet de enige, de hele wijk heeft er last van gehad.” Ten Hove woont aan de Jacob Catslaan, die grenst aan het bos. Verderop ligt de begraafplaats, waarvan het grasveld in de herfst ook vernield is.
Wilde zwijnen zijn in ons land op de meeste plaatsen door hekken en afrasteringen in hun bewegingsvrijheid beperkt. VWV’er Spek: „Onder andere bij Vaassen en Loenen zijn ze buiten de afrastering gekomen. Dat komt omdat er gaten in het hekwerk zitten en omdat wilde varkens hebben geleerd over een wildrooster te lopen.” De ontsnapte zwijnen mogen buiten de afrastering afgeschoten worden vanwege de schade die ze op de landbouwgronden aanrichten. Zwijnen mogen volgens de Flora- en faunawet, die op 1 april 2002 in werking trad, alleen geschoten worden vanaf een vaste schietpost. Meestal is dit een hoogzit bij een veldje waar wat lokvoer is gestrooid. De wet staat het gebruik van voer alleen toe bij tellingen en afschot. Bijvoederen van hongerende zwijnen is in principe verboden. In het verleden werden de varkens te veel in de watten gelegd, ook door toeristen. Een voorbeeld is de vroegere situatie rond de Vaassenseweg in Elspeet, waar de varkens bijna tam waren door het vele voeren.
„Tonnen maïs gaan illegaal de bossen in, zodat de zeugen flink biggen kunnen werpen.” Heinz Stockmann, medewerker van de Faunabescherming, beschuldigt de Veluwse jagers van zwijnenfokkerij. „Een provincieambtenaar die goed bevriend is met de jagers verstrekt de jachtontheffingen en doet niets tegen het illegaal voeren. Lokvoer zou verboden moeten worden, het afschot kan ook bij drinkplaatsen gebeuren.” Volgens Stockman sjoemelt de VWV met de tel- en afschotcijfers: „Vooral sterke mannetjes met grote slagtanden worden geschoten voor de trofeeën.”
De Faunabescherming is fel tegen de drukjacht, waarbij een drijver de varkens naar de jager drijft, omdat de kans op een schampschot daarbij groot is. Een rennend varken is nu eenmaal moeilijker te treffen dan een stilstaand, vretend varken. Volgens de VWV-secretaris is er tijdens het afgelopen jachtseizoen geen gebruikgemaakt van de drukjacht. „Door het voedseltekort kwamen de varkens snel op het lokvoer af, zodat de aanzitjacht het meest effectief was.” Bij de aanzitjacht schiet de jager vanuit de hoogzit. Spek, die zijn jachtterrein bij Radio Kootwijk heeft, moest toch nog 250 uur zitten om 25 varkens te schieten.
Het vlees van de geschoten varkens verdwijnt soms in de diepvries van de jagers, maar meestal gaat het naar poeliers. Terreinbeheerders als Natuurmonumenten laten de karkassen liggen, om aaseters van voedsel te voorzien. Maar ook jagers hebben in de afgelopen periode hun prooi achtergelaten, omdat de varkens simpelweg te mager waren.
Ondanks het afschieten van bijna 80 procent van de zwijnenpopulatie, lijden de dieren nog steeds honger. Pas als het gras weer gaat groeien, zal het voedseltekort afnemen. Spek: „Voor de resterende zwijnen op de Veluwe is het te hopen dat het voorjaar snel begint.”