Aan de zijlijn van de Slag bij Waterloo
BRUSSEL (ANP). Op 18 juni 1815 komen duizenden strijders uit het Koninkrijk der Nederlanden, het huidige Nederland en België, om het leven in een van de bloedigste veldslagen ooit: de beroemde Slag bij Waterloo. Tweehonderd jaar later zijn het vooral de Waalse Belgen die de strijd herdenken. De betrokkenheid van Vlaanderen is gering. Ook Nederland staat aan de zijlijn.
„De slag zit hier minder in onze hoofden”, stelt Stef Gits van het agentschap Toerisme Vlaanderen. Bovendien ligt Waterloo in Wallonië, klinkt het.
Vlaanderen moest, gedwongen door flinke besparingen, keuzes maken naar welke evenementen subsidie zou gaan. De politiek heeft volledig gekozen voor de herdenking van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, legt Gits uit. Hier werd in totaal 30 miljoen euro voor uitgetrokken. „En uit de eerste cijfers blijkt dat dit de goede keuze was”, stelt Gits. Klachten zijn er dan ook niet gekomen.
Voor Wallonië is het logisch uit te pakken met de tweehonderdjarige herdenking. „Het is op ons grondgebied gebeurd en de slag is een stukje geschiedenis van Wallonië. Het is logisch dat we daarop inspelen”, zegt een woordvoerster van Toerisme Wallonië. Bovendien blijft Napoleon inspireren, zegt zij. De Franstalige Walen beschouwen de Franse keizer bijna als „hun” held en lijken het bijna te betreuren dat hij de slag verloor.
Wallonië zet dan ook groots in met de reconstructie van de slag over twee dagen. De woordvoerster weerspreekt dat er geen Vlaamse of Nederlandse interesse is. Ook tal van liefhebbers uit het noorden doen mee aan de reconstructie, stelt zij.
Jaarlijks komen honderdduizenden belangstellenden naar de Leeuw van Waterloo, een van de belangrijkste attracties in Wallonië. Dat is ironisch genoeg een monument voor de Nederlandse Prins van Oranje die tijdens de beroemde veldslag gewond raakte en herdenkt niet uitsluitend de overwinning op het Franse leger.
Of het nu uit onvrede of uit geschiedenisfanatisme is, in het Vlaamse Hondzocht, niet ver van Waterloo, wordt de veldslag uitgebreid herdacht. In het dorpje lag een legermacht van17.000 soldaten als een tweede verdedigingslinie om in het geval van een nederlaag de aftocht van de geallieerde troepen te dekken en de weg naar Brussel vrij te houden.
En ook Nederland heeft zijn eigen plan getrokken. Zo werd een eigen herdenkingsmunt geslagen en houdt de Koninklijke Landmacht een herdenking om stil te staan bij „de prominente rol van de Nederlandse strijdkrachten”.