Britse historicus Andrew Roberts: Napoleon is geen soort Hitler
Hij bezocht 53 van de 60 slagvelden en nam duizenden brieven door. In ”Napoleon de Geweldige” tekent de Britse historicus Andrew Roberts een militair genie dat de klassieken leest en gefascineerd is door de islam.
Roberts was onlangs in Amsterdam op auteursbezoek bij uitgeverij Prometheus. Daar verscheen de Nederlandse vertaling van zijn monumentale biografie over Napoleon. Roberts’ fascinatie voor deze man begon toen hij tien jaar oud was, vertelt hij desgevraagd. „Mijn moeder gaf mij een biografie over Napoleon. Die vond ik mooi. Toen ik veertien jaar was speelde ik dat ik Napoleon was. Ik kijk nu nog graag naar de re-enactments (historische heropvoeringen) van de veldslagen. Zo heb ik de re-enactment van de slag bij Borodino in 2012 gezien. Ik heb ook dingen verzameld die met Napoleon te maken hebben, zoals een stukje van zijn haar, enkele handtekeningen, een stukje behang van de kamer waarin hij overleed en een stukje van het zadel van zijn paard.”
Een historicus die relikwieën verzamelt, dat klink interessant.
Roberts lacht. „Je kunt wel zeggen dat ik Napoleonfan ben, ja. Maar ik geloof dat ik als historicus objectief ben. Het gaat om een algemene fascinatie voor het verleden. Zo heb ik een uitnodiging voor de begrafenis van Nelson Mandela en meer dingen van die aard gekocht op veilingen in Londen, Parijs en Amerika.”
Is er veel haar van Napoleon in de omloop?
„Hij knipte zijn haar gedurende zijn hele leven af, vooral op St. Helena als bewonderaars naar hem toekwamen. Dan gaf hij weleens een haarlok mee. Er moeten er tientallen in de omloop zijn. Je kunt een DNA-check laten doen. Ik heb dat niet gedaan, want mijn lok is in de negentiende eeuw ingelegd in een stuk marmer. Om een check uit te voeren zou je dat kapot moeten maken.”
Er zijn van Napoleon meer dan 33.000 brieven bewaard gebleven. U bezocht de meeste slagvelden. Hoe bracht u die enorme hoeveelheid gegevens bij elkaar?
„In het boek heb ik 10 procent van de aantekeningen die ik maakte verwerkt. De chronologie was leidend voor het plaatsen van deze gegevens in perspectief. Dat gaf me de mogelijkheid om ontwikkelingen te schetsen in ideeën en gebeurtenissen.”
Napoleon verloor slechts zeven van de zestig veldslagen. Wat was het geheim achter zijn succes?
„Er zijn meerdere geheimen. Hij werkte heel hard. Toen hij jong was, bezocht hij diverse militaire academies, waar hij een sterk leiderschap ontwikkelde. Als soldaat was hij een echte intellectueel: hij las de klassieken en de Franse militaire denkers uit de zeventiende en de achttiende eeuw. Zij schreven uitvoerige beschouwingen over de vraag hoe je een volgende oorlog kunt winnen.
Verder had Napoleon veel geluk. De Franse Revolutie had de top van de aristocratie en de legerleiding weggevaagd, die was uit Frankrijk gevlucht. Er was in het land een enorm vacuüm ontstaan. Zo kon Napoleon, mede dankzij zijn talent natuurlijk, al op zijn 24e generaal worden in het Franse leger. En op het slagveld had hij een geweldig gevoel voor timing. Hij had een topografische intuïtie voor wat er aan de andere kant van een heuvel was. En hij had een fenomenaal geheugen. Al deze dingen kwamen in de persoon van Napoleon bij elkaar.”
Als consul fraudeert Napoleon met verkiezingsresultaten. Hij overdrijft overwinningen, maakt verliezen kleiner. Hoe betrouwbaar was hij?
„In het geheel niet betrouwbaar. Je zou hem kunnen zien als een getuige in alle zaken die voor hemzelf pleiten. Zelfs als hij een verkiezing met 80 procent won, claimde hij deze gewonnen te hebben met 99,9 procent. Belachelijk natuurlijk, want hij wist dat de mensen hem niet zouden geloven. Deze handelwijze zat kennelijk in zijn DNA. Zijn autobiografie is mooi geschreven, maar als feitelijke bron onbetrouwbaar. Anders ligt dit met de brieven waarin hij orders geeft aan een minister of ambassadeur – dat is bruikbare geschiedenis.”
Wat vond Napoleon van de revolutieslogan ”vrijheid, gelijkheid en broederschap”?
„Hij voelde dat hij de Franse Revolutie moest voltooien door de beste onderdelen ervan te bewaren: gelijkheid voor de wet, godsdienstige tolerantie, het eind van het feodale stelsel, loon naar verdienste. Het zijn nog steeds de bouwstenen van de huidige Europese samenleving en politiek. Tegelijk wilde Napoleon sommige dwaze dingen van de Franse Revolutie afschaffen, zoals een week van tien dagen en de cultus van het Opperwezen.
Wat de revolutieslogans zelf betreft: Napoleon kon geen universele vrijheid toestaan, anders zou zijn keizerrijk het niet overleven. Broederschap bracht hij wel in de praktijk, vooral als sociale en militaire broederschap. Hij begreep de psychologie van soldaten heel goed. Hij liet zijn Grande Armée één grote familie zijn, verwees naar de soldaten als zijn kinderen. Legereenheden kregen mooie namen als ”De dapperen” of ”Eén tegen tien”. Wat niet betekende dat hij slap was: als hij het leger inspecteerde was hij hard en streng. Hij wist dat als hij zwakte zou tonen, men hem niet zou respecteren.
Napoleon geloofde niet in een broederschap tussen klassen. Hij creëerde een nieuwe aristocratie, gebaseerd op verdienste. Hij was voor gelijkheid voor de wet, maar niet tussen de klassen. Je ziet dat onder zijn bewind de revolutieslogans van munten en bankbiljetten verdwijnen.”
U noemt Napoleon in uw boek ”De Verlichting te paard”. Hoe gelovig was hij precies?
„Ik zie hem als een soort deïst. Napoleon had een vaag begrip van de Almachtige. Diens werk was het vooral om voor Napoleon te zorgen. Hij geloofde verschillende dingen op verschillende momenten van zijn leven. Zo kon hij begrip opbrengen voor mensen die de zon vereerden.
Napoleon was meer een opportunistisch, godsdienstig hervormer. Hij begreep religie vooral als maatschappelijke kracht, wilde daarom de kerk aan zijn kant hebben. De Franse Revolutie had de Rooms-Katholieke Kerk afgeschaft. Toen Napoleon deze weer herstelde onder het Concordaat van 1801 dat hij met de paus sloot, verzekerde hij dat de protestanten en Joden ook godsdienstige rechten kregen in Frankrijk – iets wat het Vaticaan niet wilde.”
Bad hij als ten strijde trok?
„Hij sloeg een kruis tijdens een veldslag, wat wel meer mensen deden. Ik denk dat mensen dat snel doen in extreme omstandigheden. Tegelijk was het Franse leger berucht om z’n atheïsme. Ik geloof niet dat Napoleon zelf overtuigd atheïst was. Hij lijkt te hebben geloofd in een hoger opperwezen. Maar hij trad niet in details over de natuur daarvan. In elk geval was hij zeker geen christen. Er is zelfs een uitlating bekend waarin hij zich afvraagt of Jezus wel echt heeft bestaan. Door het lezen van Josephus’ geschiedenissen realiseerde hij zich dat Jezus inderdaad heeft bestaan.”
Waarom was hij gefascineerd door de islam?
„Hij dacht dat, als hij de moslimpopulatie in Palestina en Egypte gunstig gezind was, hij de campagne daar zou kunnen winnen. Daarom toonde hij bij diverse gelegenheden zijn respect voor de islam. Juist voordat hij in 1798 in Egypte aankwam, liet hij een proclamatie afkondigen waarin stond dat er „niets gedaan mocht worden door wie dan ook in het leger om de islam in diskrediet te brengen.” Later in zijn leven heeft hij eens gezegd de islam aantrekkelijker te vinden dan het christendom. De islam was meer bereid om geweld te omhelzen, zodat deze religie beter bij hem paste.”
Kunnen we Napoleon met Hitler vergelijken? Net als de Führer was hij verantwoordelijk voor ontelbare doden. Of denk aan de massamoord die Napoleon beging in Jaffa.
„Ik ben opgegroeid met de idee dat Napoleon weinig gemeen heeft met Adolf Hitler. Zeker was ook Napoleon een meedogenloze figuur. De 3000 Turkse soldaten die hij in Jaffa gevangennam, heeft hij op een gruwelijke manier omgebracht. Maar hij doodde nooit mensen puur om hun ras. De reden dat deze 3000 mannen werden gedood, was dat ze geen woord hadden gehouden. Ze hadden beloofd niet te zullen vechten tegen de Franse Republiek. Napoleon gebruikte de oorlogsgewoonten van die tijd en dat gebied – al blijft de moord voor onze begrippen een oorlogsmisdaad. Hij zou op deze manier niet 3000 Oostenrijkse mannen hebben omgebracht. In die zin zat er een raciaal element in. Maar hij doodde de Turken niet op dezelfde manier waarop Hitler de Joden doodde: het was een oorlogssituatie. De Turken waren getrainde mannen die het Franse leger grote schade hadden kunnen toebrengen.”
Wat ziet u als Napoleons belangrijkste erfenis voor het Europa van vandaag?
„De Code Napoléon is nog steeds de basis van de Franse wet, en tot op grote hoogte van de Europese wetten. De Code Napoléon heeft 200 jaar lang standgehouden.
Toen Napoleon in 1799 aan de macht kwam, had Frankrijk 46 verschillende wetten die elkaar vaak tegenspraken. De commissie die hij zelf voorzat schreef een enkelvoudig boek met wetgeving. Het was geschreven in een proza dat door iedereen begrepen kon worden; een buitengewone prestatie. Over de hele wereld zien we elementen van de Code Napoléon terug. Napoleon heeft het belang hiervan zelf ingezien. Als mijn veldslagen vergeten zijn, zei hij, blijft de Code Napoléon.
Maar het blijft ook fascinerend dat deze week duizenden mensen naar Waterloo gaan om de heropvoering van de slag bij te wonen. Er zijn inmiddels tientallen boeken over deze slag geschreven. Het laat zien dat Napoleon in het Europese bewustzijn nog springlevend is.”
Dit is het tweede deel in een tweeluik over Napoleon.
Andrew Roberts
Andrew Roberts (1963) behoort tot de bekendste historici van Engeland. Hij publiceerde eerdere studies over Napoleon en maakte naam met zijn standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog, ”Wereld in Vlammen” (2010). Roberts schrijft voor The Sunday Telegraph, The Spectator en Literary Review. Hij is fellow van de Royal Societies of Literature and Arts. Het boek ”Napoleon de Grote” werd onderscheiden met de Prix du Jury des Grands Prix de la Fondation Napoléon 2014.
boekgegevens
Napoleon de Grote, Andrew Roberts; uitg. Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam 2014; ISBN 97 8903 5139 329; 800 blz.; € 34,95.