Binnenland

Waterschappen starten proef bevochtiging veendijken

Het Wageningse onderzoeksbureau Alterra is dinsdag een veldproef begonnen met kunstmatige bevochtiging van veendijken. Het experiment, dat een jaar duurt, is onderdeel van een hele reeks onderzoeken naar de effecten van extreme droogte op de waterkeringen in veengebieden.

Regioredactie
25 February 2004 08:50Gewijzigd op 14 November 2020 00:59
KUDELSTAART – In Kudelstaart is dinsdag een veldproef gestart met het kunstmatig bevochtigen van veendijken. De proef is een nieuw wapen in de strijd tegen het schuiven van dijken, zoals vorig jaar onder andere in Wilnis gebeurde. Foto ANP
KUDELSTAART – In Kudelstaart is dinsdag een veldproef gestart met het kunstmatig bevochtigen van veendijken. De proef is een nieuw wapen in de strijd tegen het schuiven van dijken, zoals vorig jaar onder andere in Wilnis gebeurde. Foto ANP

Vorig jaar zomer leidde droogte tot dijkafschuivingen bij Wilnis en Rotterdam.

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa), het kennisinstituut van de Unie van Waterschappen, heeft opdracht gegeven voor de proef met een zogenoemde surfactant, een (biologisch afbreekbaar) middel dat de spanning van het water vermindert. Via beregening houdt de surfactant de vochtigheid in bodems vast of bevordert de herbevochtiging van uitgedroogde (veen)bodems, zo liet de woordvoerder van de Unie van Waterschappen dinsdag weten.

De Amerikaanse fabrikant van het middel zegt dat het redelijk werkt op golfbanen en sportvelden. Daar wordt het vooral gebruikt om het gras groen te houden. De met water verdunde surfactant trekt gemiddeld 50 tot 70 centimeter de bodem in. De kennisinstituten denken dat het mogelijk ook op veendijken dienst kan doen, omdat de waterkering met het middel beter water kan opnemen.

De proef wordt gehouden in Kudelstaart, „op een kenmerkende veenkadelocatie in het centrale deel van de Randstad.” Het kennisinstituut wil overigens niet te veel ruchtbaarheid aan de exacte locatie geven, omdat het bang is voor massale belangstelling en daarmee voor verstoring van de proef. Bovendien staat er op de locatie kostbare apparatuur opgesteld.

Stowa en Alterra willen de vochtopname en de vochtveranderingen in de dijk tot 50 centimeter diep meten via een meetsysteem. Dicht bij elkaar worden twee plaatsen van elk circa 15 vierkante meter ingericht, een die niet wordt behandeld en een die eens in de drie weken wordt besproeid met een surfactantoplossing.

Alterra voert tegelijkertijd een experimenteel onderzoek uit in een laboratorium om te kijken hoe de surfactant in diepere bodemlagen werkt. De eerste voorlopige resultaten van het experiment worden binnen zes weken verwacht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer