Die nacht vond daar een enorme gasexplosie plaats. Twee zwaargewonden en de verwoesting van vier panden waren het gevolg. De rechtbank legde R. geen straf op.

R. had die avond zogeheten wachtdienst voor woonstichting De Key. Dat betekende dat klachten via een telefonisch meldpunt aan hem ter beoordeling werden voorgelegd. De gaslucht die een bewoonster rook, achtte R. niet alarmerend. De woonstichting zelf werd door de rechtbank vrijgesproken.

De rechter vond dat R. al genoeg was gestraft na de explosie. De verdachte moest zich onder behandeling laten stellen, heeft lang op de uitkomst van het feitenonderzoek moeten wachten en moest zich in het openbaar verantwoorden.

Het openbaar ministerie eiste een week voorwaardelijke celstraf tegen R. en een geldboete van 10.000 euro tegen De Key. Bij een donatie aan het Brandwondencentrum in Beverwijk hoefde de man de straf niet uit te zitten en hoefde de woningbouwvereniging maar de helft van de boete te betalen.

De explosie was een gevolg van een gaslek aan de straatzijde. Het gas zocht zich een weg door de grond en kwam via de kruipruimte in het trapportaal van Czaar Peterstraat 20. De bewoonster van tweehoog meldde bij de daarvoor aangewezen dienst dat het naar gas of benzine rook in de gezamenlijke hal. De medewerkster van die dienst seinde R. in. Deze dacht dat de vrouw de gas- of benzinelucht van een brommer rook die voor de deur of in het trapportaal stond. Hij controleerde dit niet, maar liet de vrouw weten dat ze de volgende dag maar naar De Key moest bellen.

Zover kwam het niet, want diezelfde nacht vond er een hevige explosie plaats op de zolder van nummer 20 en in de kruipruimte van nummer 22. Direct daarna brak een grote brand uit. De bewoonster die de gaslucht had gemeld, liet zich via de regenpijp naar beneden zakken. Het laatste stuk pijp ontbrak, waardoor de vrouw viel en behalve brandwonden een gebroken rug opliep. Haar buurvrouw wist via een haak aan de achterkant van de woning deels aan het vuur te ontsnappen. Ook zij liep ernstige brandwonden op.