Nederlandse hulp op weg naar rampgebied Marokko
Het Nederlandse ministerie van Defensie heeft woensdagochtend reddingswerkers en reddingshonden naar het door een aardbeving getroffen noordoosten van Marokko gestuurd. Het departement heeft twee Hercules-transportvliegtuigen ter beschikking gesteld.
Volgens de jongste gegevens hebben zeker 564 mensen het natuurgeweld niet overleefd. Honderden anderen raakten gewond. De verwachting is dat het dodental verder zal oplopen. Waarschijnlijk liggen er nog veel slachtoffers onder het puin. Bovendien zijn reddingswerkers pas in de nacht aangekomen in kleinere, afgelegen dorpen in de regio. Ook daar zijn talrijke slachtoffers gevallen, aldus de Marokkaanse pers woensdagochtend,
De Nederlandse reddingshonden, het materieel en de reddingswerkers zijn van het Urban Search and Rescueteam. Het USAR is een Nederlandse bijstandseenheid voor hulp bij rampen in binnen- en buitenland en valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook onder meer België, Duitsland, Frankrijk, Portugal en Spanje hebben reddingsteams naar het Noord-Afrikaanse land gedirigeerd.
Het zoeken naar mogelijke overlevenden en het bergen van de slachtoffers wordt sterk gehinderd door naschokken en door regen in de rampregio. Reddingswerkers klaagden ook over een gebrek aan zwaar materieel en aan honden die slachtoffers opsporen. Uit het gehele Noord-Afrikaanse land zijn hulpgoederen gearriveerd. Desondanks moesten duizenden mensen de nacht in de buitenlucht doorbrengen zonder een dak boven het hoofd en vaak ook zonder dekens.
De Nederlandse ambassade in Rabat heeft gezegd nog geen berichten te hebben ontvangen dat er Nederlanders zijn onder de slachtoffers van de beving die het noordoosten van Marokko dinsdagochtend vroeg trof. Veel van de in ons land wonende Marokkanen komen uit de getroffen regio of ze hebben er nog familieleden, vrienden of kenissen wonen.
Diverse Marokkaanse organisaties in Nederland openen een dezer dagen een girorekening waarop hun landgenoten giften kunnen storten voor de slachtoffers van het natuurgeweld, aldus S. Boudouft, voorzitter van het Samenwerkingsverband Marokkanen en Tunesiërs (SMT.
De Marokkaanse vorst Mohammed VI is in de getroffen regio om persoonlijk een beeld te krijgen van de omvang van de ramp. Hij wil de nabestaanden en de andere slachtoffers ook een hart onder de riem steken. De beving, met een kracht van ruim 6 op de schaal van Richter, was de zwaarste sinds 1994. Volgens de Franstalige Marokkaanse krant Le Matin heeft Mohammed verscheidene ministers naar de stad al-Hoceima gestuurd om vanuit deze plaats de reddingswerkzaamheden te coördineren.