Schip Friendship vist de grote keien van Greenpeace op
HARLINGEN. Vijf dikke keien met duidelijk herkenbare boorgaten. Dat is de oogst van het Terschellinger bergingsschip Friendship na een dagje stenen vissen op de Klaverbank.
„We hebben er nog een paar laten liggen, mocht de rechter Greenpeace volgende week toch opdracht geven ze terug te halen”, zegt voorzitter Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond, die opdracht heeft gegeven voor de actie. Veel vertrouwen heeft hij daar niet in. „Er zijn bij het openbaar ministerie 500 aangiften gedaan tegen Greenpeace. Daar is nog niets mee gebeurd. Ik heb uit interne bron begrepen dat het moeilijk is om het OM duidelijk te maken op welke rechtsgrond het Greenpeace kan aanpakken. Wij wilden daar niet op wachten.”
Vorige maand dumpte de milieuorganisatie grote keien op de Klaverbank, een belangrijk visgebied in de Noordzee op zo’n 160 kilometer ten noordwesten van Den Helder. Greenpeace vindt dat de Nederlandse overheid niet daadkrachtig genoeg optreedt om de Noordzeenatuur te beschermen. De stenen moeten helpen om het gebied om te vormen tot een ”vissenparadijs”.
Vissers zijn woedend over de actie van de milieuorganisatie. De stenen kunnen schade toebrengen aan vistuig. Kleine vissersschepen kunnen zelfs kapseizen als ze met hun netten achter de stenen blijven haken, aldus de vissers.
De organisatie van kottervissers VisNed heeft een kort geding aangespannen tegen Greenpeace. Dat dient op 22 juni. Voorzitter Pim Visser van VisNed zegt dat hij niet van de actie van de Vissersbond op de hoogte was.
De Friendship is een bergingsschip van het Terschellinger bedrijf Friendship Offshore. Het schip, een voormalige viskotter, heeft speciale apparatuur aan boord om vermiste spullen op zee terug te vinden, zoals vistuig en overboord geslagen containers van vrachtschepen.
Greenpeace is verbaasd over de actie van de bond. Een woordvoerder: „We vinden het opmerkelijk en vreemd. Maar dit laat weer zien wat de visie van meneer Nooitgedagt over de Klaverbank is. Hij ziet het gebied als een industriële visakker. Wij hebben alleen aan natuurherstel gedaan. De stenen zijn ook niet gevaarlijk; het is bekend waar ze liggen. Wij wachten nu het kort geding af.”