Volgens de Britse autoriteiten werd Litvinenko in 2006 vergiftigd met groene thee waaraan het radioactieve polonium-210 was toegevoegd. Dat gebeurde tijdens een ontmoeting met de Russen Andrei Logovoj en Dmitri Kovtoen, tegen wie genoeg bewijs bestaat om ze aan te klagen.

Voor zijn dood wees de tot Brit genaturaliseerde Litvinenko de Russische president Vladimir Poetin aan als opdrachtgever voor de moord. Zowel het Kremlin als de twee Russische verdachten hebben echter altijd betrokkenheid ontkend.

Kovtoen vroeg in maart de status van kroongetuige aan. Hij mag via een videoverbinding getuigen. Het is nog niet duidelijk wanneer dat gebeurt.