De spionnen zijn met reddingsoperaties uit vijandige landen gehaald. In de documenten staan namelijk technieken die de Britten gebruiken voor het verzamelen van inlichtingen. Ook is er informatie in te vinden waarmee Britse en Amerikaanse spionnen in het buitenland kunnen worden herkend.

Snowden heeft volgens de krant 1,7 miljoen documenten van westerse inlichtingendiensten in zijn bezit. De documenten waren versleuteld en Snowden heeft in samenwerking met media een aantal daarvan naar buiten gebracht. Het is niet duidelijk hoe de regeringen in Moskou en Peking het leeuwendeel van de documenten hebben bemachtigd en ontcijferd. Volgens Snowden was het ontcijferen van de informatie onmogelijk.

Het voormalig hoofd van de Britse inlichtingendienst GCHQ, David Omand, zei tegen de krant dat het onderscheppen van de informatie een „grote strategische tegenslag” is, die schadelijk is voor Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en de NAVO-lidstaten.

Een hooggeplaatste bron die bij het Britse ministerie verantwoordelijk is voor veiligheid beschuldigde Snowden ervan „bloed aan zijn handen” te hebben. De regeringsbronnen lieten weten dat er geen bewijs is van mensen die zijn „geschaad” door de Russische en Chinese praktijken.