Binnenland

Depressief door detentie vader

„De angst in zijn ogen vergeet ik nooit meer.” Shari (26) was elf toen haar vader werd opgepakt en in de cel belandde. In de jaren erna bekommerde bijna niemand zich om haar. „Ik voelde mij verlaten en raakte mijn vertrouwen in mensen en het gevoel van veiligheid kwijt.”

Gert de Looze

12 June 2015 06:41Gewijzigd op 15 November 2020 19:36
beeld RD, Janneke Paalman
beeld RD, Janneke Paalman

Shari was alleen met haar vader thuis toen er twee mannen langskwamen om hem op te halen. „Mijn vader vertelde mij dat hij even mee moest naar het politiebureau om iets over een ongeluk uit te leggen. De angst die ik in zijn ogen zag, vergeet ik nooit.”

De mannen beloofden dat Shari’s vader snel weer thuis zou komen. Dat bleek niet geval. Hij werd door Suriname, waar het gezin destijds woonde, uitgeleverd aan Nederland. Daar werd hij tot acht jaar cel veroordeeld wegens cocaïne­smokkel. Na bijna twee jaar detentie werd hij in hoger beroep vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs. Een jaar later verhuisde het gezin naar Nederland. „Mijn vader voelde zich een paria in Suriname.”

Volgens Shari had een compagnon van haar vader de drugs onder diens naam naar Nederland getransporteerd. Het duurde lang voordat ze geloofde dat haar vader niets had misdaan. „Na zijn arrestatie viel ik in een zwart gat. Ik kon goed met mijn vader opschieten en was mijn maatje kwijt. Tegelijkertijd was ik woedend op mijn vader en voelde mij door hem in de steek gelaten.”

Shari worstelde met haar gevoelens. „Had mijn vader nu wel of niet iets fout gedaan? Die vraag speelde nog toen hij vrijkwam. „Nachtenlang heb ik met hem gepraat. Toen ik een keer de pijn in zijn ogen zag over mijn vragen, geloofde ik mijn vader.”

Onveilig

Morgen is Shari van de partij tijdens de actiedag ”Ook ik word gestraft” van Exodus Nederland en gaat ze in gesprek met kinder­ombudsman Marc Dullaert over haar ervaringen (zie ook ”Actie ”Ook ik word gestraft” vraagt aandacht voor kinderen van gevangen”). Tijdens de actiedag worden tien wensen van kinderen van gevangenen gepresenteerd. Shari heeft deze verlanglijst mede samengesteld.

De wensen sluiten aan bij wat haar overkwam. Ook zij kampte met een gebrek aan informatie, voelde zich onveilig, kon bij niemand terecht om haar verhaal te doen, werd buitengesloten en had weinig contact met haar vader.

Shari bezocht haar vader drie keer in Nederland. „Gevangenen konden telefoonkaarten kopen. Daarmee belde je binnen Neder­land een halfuur, maar naar Suriname slechts vijf minuten. Uitgebreid vertellen dat ik mijn Cito-toets had gehaald en naar een andere school ging, kon niet.”

Nooit meer gehuild

Toen haar vader vastzat, stortte Shari zich op haar schoolwerk en verdrong ze haar emoties. „Ik heb niet meer gehuild. De vraag van mijn moeder om ondersteuning werd niet door school gehonoreerd. De leiding wilde mijn situatie niet bespreekbaar maken.”

Shari had veel steun aan één vriendin. Sommige kinderen mochten van hun ouders niet meer met haar spelen, omdat haar vader een crimineel zou zijn. „Suriname is een dorp. Iedereen had een mening over mijn vader. Ik wilde niet horen dat mensen lelijke dingen over hem zeiden.”

Neerslachtig

Na de vrijlating van haar vader waren Shari’s problemen niet voorbij. „Buitenstaanders denken dat het leven weer zijn normale loop neemt, maar niets is minder waar. Je moet weer aan elkaar wennen. Ik zat vol verwarrende gedachten en gevoelens. Ik had concentratieproblemen, sliep ’s nachts maar een paar uur en was neerslachtig.”

Van de conrector van de middelbare school mag de vwo-leerlinge het even iets rustiger aandoen. Na twee weken hoorde Shari van de conrector dat de problemen over zouden moeten zijn en dat ze een knop om moest zetten. „Daarna sloot ik mij nog meer op. Uit­eindelijk heb ik de school zonder diploma verlaten.”

Sinds enkele jaren krijgt Shari therapie. „Ik was ernstig depressief en bleek een posttraumatische stressstoornis te hebben. Stukje bij beetje probeer ik mijn leven weer op de rit te krijgen.”

Shari hoopt dat de actiedag een positief effect heeft. „Je kunt iemand die een misdaad heeft gepleegd niet vrij laten rondlopen. Wat we wel kunnen doen, is zijn kinderen zo goed mogelijk ondersteunen.”

Vrijwilligers

Winie Hanekamp herkent het relaas van Shari. „De gevangenschap van een ouder trekt een enorme wissel op kinderen.” Hanekamp is landelijk coördinator van het Ouders, Kinderen en Detentieprogramma (OKD) van Exodus Nederland. Een van de activiteiten van het OKD is dat vrijwilligers maandelijks met kinderen naar de gevangenis gaan voor een kindvriendelijk bezoekuur.

Er valt volgens de coördinator nog veel te winnen in de aandacht en zorg voor deze groep. „Veel scholen weten niet goed met de situatie om te gaan. In hoeverre laten rechters in hun straf mee­wegen wat detentie voor de kinderen van een verdachte betekent? Exodus juicht het toe als iemand zijn straf uitzit dicht bij de woonplaats van zijn kinderen. Het komt voor dat een vrijwilliger met een jongere van het Limburgse Venlo naar de gevangenis in het Drentse Veenhuizen moet rijden.”

Een arrestatie heeft vaak een enorme impact op kinderen, aldus Hanekamp. „Zeker als de politie ’s nachts per ongeluk een verkeerde slaapkamer binnenstormt. Maar ook als een jongere thuiskomt en zijn vader of moeder verdwenen is.”

Door de decentralisatie van de zorg kregen de gemeenten er dit jaar zorgtaken bij. „Hebben zij voldoende oog voor de achterblijvende gezinsleden van een gedetineerde?” vraagt Hanekamp zich af.

Onzichtbaar

Exodus wil kinderen van gedetineerden een stem geven. „Ze zijn vaak onzichtbaar. Een kind denkt de enige te zijn, terwijl er naar schatting 25.000 jongeren zijn van wie een ouder gevangenzit.”

Hanekamp hoopt dat de actiedag bijdraagt aan een betere ondersteuning van jongeren en dat betrokkenen denken vanuit het kind. „Niet alleen allerlei instanties, maar ook de ouders zelf. We geven workshops voor vaders. We helpen hen zoeken naar wat hun kind nodig heeft en naar een positieve invulling van het vaderschap tijdens én na de detentie.”

www.exodus.nl


Actie ”Ook ik word gestraft” vraagt aandacht voor kinderen van gevangenen

Nederland telt circa 25.000 kinderen van wie een vader of moeder in de gevangenis zit. Exodus Nederland vraagt morgen tijdens de actiedag ”Ook ik word gestraft” de aandacht van beleidsmakers en politici voor de problematiek van kinderen van gevangenen en wijst hen op de schending van hun rechten.

Volgens de organisatie staan de rechten van kinderen van gedetineerden onder druk en wijst onderzoek uit dat deze jongeren een grotere kans hebben om later zelf in de criminaliteit te belanden. Met kinder­rechten doelt Exodus op het recht op veiligheid, op contact met beide ouders, op zorg en bescherming –waaronder bescherming tegen discriminatie–, op informatie en de mogelijkheid om hun eigen zegje te doen. Exodus staat niet alleen. De Europese koepelorganisatie Children of Prisoners Europe en hulporganisatie Humanitas delen de hier­boven genoemde zorgen. Juni is in Europa uitgeroepen tot de maand van het kind van de gevangene, met het doel extra aandacht te vragen voor de problematiek van deze jongeren. Zo organiseert Humanitas dinsdag de werkconferentie ”Hoe ondersteunen we kinderen van gedetineerde ouders?”

Tweede Kamerlid Rebel (PvdA) krijgt morgen­ochtend tijdens de actiedag in stadsbrasserie Dudok in Den Haag een verlanglijst met tien wensen van kinderen van gevangenen overhandigd. Deze lijst is een combinatie van gegevens uit Europees onderzoek en van gesprekken met Nederlandse jongeren van wie een ouder gevangenzat.

De overhandiging van de wensen aan Rebel is een bewuste keus. Vorig jaar deed het Kamerlid zich in contact met gemeenten voor als een moeder die een gevangenisstraf moest uitzitten. Ze vroeg wie zich tijdens de detentie over haar kinderen zou ontfermen en merkte dat gemeenten geen passend antwoord op haar vraag hadden. Vervolgens vroeg ze publiekelijk aandacht voor de kinderen van gedetineerden.

De actie van het Rebel en gesprekken van Exodus met kinderombudsman Marc Dullaert vormden mede aanleiding tot het organiseren van de actiedag en het samenstellen van de verlanglijst. Dullaert gaat tijdens de actiedag in gesprek met de kinderen van (ex-)gevangenen.

Winie Hanekamp, landelijk coördinator van het Ouders, Kinderen en Detentieprogramma van Exodus, noemt drie terreinen waarop maatregelen nodig zijn om de rechten van kinderen te waarborgen. „Scholen moeten voorkomen dat kinderen van gevangenen in een sociaal isolement terechtkomen. Geef leraren middelen in handen om met de problematiek van deze jongeren om te kunnen gaan. Daarnaast moet voorkomen worden dat ouders en kinderen van elkaar vervreemden doordat ze geen of te weinig contact met elkaar hebben.”

Als derde wijst Hanekamp op het optreden van medewerkers van politie, justitie, rechtbanken en huizen van bewaring. „Probeer zo veel mogelijk te voorkomen dat kinderen traumatiseren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer