Religie belangrijk bij verkiezingen Amerika
Veel kandidaten voor het presidentschap in de Verenigde Staten willen laten zien dat ze betrokken zijn bij religie, stelt Mark O’Keefe. Volgens hem is dat echter bij de meeste Democratische kandidaten geen diepgewortelde overtuiging. In ieder geval kan niemand zich op dit punt meten met president Bush.
Generaal Wesley Clark vertelt dat hij eerst van methodist baptist is geworden, daarna is overgegaan tot het rooms-katholicisme en inmiddels naar een presbyteriaanse kerk gaat. Congreslid Richard Gephardt zegt dat het zijn religie is „om allereerst voor de armen te zorgen.” Howard Dean, die het vermengen van politiek en religie voorheen veroordeelde, heeft inmiddels beloofd over Jezus te spreken als hij campagne voert in het zuiden van de VS.
Sommigen van de Democratische kandidaten die strijden om het presidentschap, in het bijzonder Dean, proberen te tonen dat ze betrokken zijn bij religie. Het blijft echter de vraag welke Democraat zich op dat gebied kan meten met president Bush.
Voorsprong
Peilingen geven aan dat Bush een flinke voorsprong heeft onder de meeste religieuze stemmers, een voordeel dat hij niet had ten opzichte van de Democratische kandidaat Al Gore in 2000. Het verwarde antwoord dat Dean begin januari gaf toen hem gevraagd werd naar zijn favoriete boek uit het Nieuwe Testament -hij noemde Job- zal hem ook niet geholpen hebben. De voorsprong van 21 punten die Dean weken geleden had op Clark onder geregistreerde Democraten slonk tot 4 procent, zo schreef USA Today enkele dagen later op basis van een gezamenlijke peiling met CNN en Gallup.
Een peiling van Gallup, gehouden van 10 tot 12 november, toonde hoezeer de hoogwaardigheidsbekleder uit het Witte Huis grote groepen gelovigen aanspreekt. Bush kreeg van religieuze kiezers in een hypothetische nek-aan-nekrace tegen Dean 67 procent, terwijl de Democratische koploper -voormalig gouverneur van Vermont- 30 procent kreeg. „Het lijkt alsof Bush in de drie jaar sinds de verkiezingen (van 2000) dé kandidaat is geworden voor degenen die vinden dat religie van belang is voor hun stem voor een president”, schreef Albert Winseman, godsdienstredacteur van Gallup.
Blanke rooms-katholieken en evangelische christenen zijn in de afgelopen vijftien jaar in toenemende mate Republikeins geworden. Joden en zwarte protestanten zijn loyaal Democratisch gebleven, maar ze zijn met te weinig om als tegenwicht te dienen voor de algemene wending van christenen naar de Republikeinen.
Religie belangrijk
De verschuiving zou van betekenis kunnen zijn, vooral in staten in het zuiden, midden en westen, waar godsdienst het verschil kan uitmaken bij een spannende verkiezing. Volgens peilingen van Gallup is godsdienst uiterst belangrijk voor de keuze van ongeveer een op de drie stemmers in het hele land. En bij deze Amerikanen geniet Bush de voorkeur.
In 2000 was dit anders. In augustus van dat jaar toonde een Gallup-peiling dat religieuze kiezers zich gelijk verdeelden tussen Bush en Gore, met voor elk 46 procent van de stemmen. Net als de voormalige presidenten Jimmy Carter en Bill Clinton was Gore een zuidelijke baptist, bekend met religieuze symboliek en de taal van het geloof. Gore betrok ook religieuze principes bij zijn opstelling ten aanzien van milieu, burgerrechten en andere zaken.
Maar met uitzondering van senator Joe Lieberman, een orthodoxe Jood die de naam heeft zijn geloof uit te dragen, heeft geen enkele leidende Democraat in deze verkiezingsstrijd een religieus verhaal te vertellen dat kan wedijveren met de persoonlijke levensgeschiedenis van Bush, die het drinken opgaf door de kracht van het christelijk geloof. Bush, een methodist, gebruikt religieuze woorden en principes bij veel zaken, waaronder het voorkomen van terrorisme, het verbreiden van de democratie, het aannemen van op geloof gebaseerde initiatieven en het uitbannen van het homohuwelijk.
Dean
Dean probeerde de afgelopen weken het religieuze gat te dichten. Hij vertelde verslaggevers half december dat hij „geen religieuze termen in de mond neemt omdat hij uit New England komt”, daarmee refererend aan de traditioneel zwijgzame houding van New Englanders.
Brekend met zijn eerdere koers opende Dean op 27 december plotseling een bijeenkomst met een gebed, uitgesproken door een predikant. Diezelfde dag vertelde Dean de kiezers: „Ik vind godsdienst belangrijk, en geestelijke waarden zijn zeer belangrijk; daar gaan deze verkiezingen om.”
De vriendelijke toon ten opzichte van geloof volgde op een voorpagina-artikel met de kop: ”Howard Deans religieuze probleem”, in het New Republic-magazine. In het artikel werd Dean „een van de meest seculiere presidentskandidaten in de moderne geschiedenis” genoemd. Het citeerde Dean (wiens vrouw en kinderen Joods zijn), die zei dat hij „niet al te vaak” naar de kerk gaat en dat zijn godsdienst geen invloed heeft op zijn politieke bedrijf.
In feite is de religieuze geschiedenis van Dean aan een redelijk nauwkeurig onderzoek onderworpen. Begin jaren ’80 werd Dean congregationalist omdat hij zich verzette tegen de onwil van een plaatselijke episcopale diocese om land af te staan voor een natuurfietspad. „Was het alleen om een fietspad dat u de episcopale kerk verliet?” vroeg Judy Woodruff van CNN aan Dean. „Ja, in feite wel”, antwoordde hij.
Godsdienstige verhalen
Andere Democratische kandidaten hebben wat meer godsdienstige verhalen. Senator John Edwards van North Carolina begon bijvoorbeeld de Bijbel te lezen nadat zijn 16 jaar oude zoon Wade bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Maar Edwards praat hier niet gemakkelijk over. Hij zegt dat godsdienst een privé-zaak is.
Al Sharpton, voorganger in de pinksterbeweging, gaat tijdens zijn campagnes heel ongedwongen met religieuze thema’s om. In een Democratisch debat van december vertelde hij de kiezers dat hij dagelijks bidt, waar hij aan toevoegde: „Ik kan u verzekeren vanuit mijn gesprekken met God dat Hij geen geregistreerd lid is van de rechtervleugel van de Republikeinse partij.”
Clark, wiens vader stierf toen hij vier was, heeft een gemengde godsdienstige achtergrond. Zijn moeder voedde hem eerst methodistisch op, later als baptist. Toen hij 24 was, kwam Clark erachter dat zijn vader Joods was. Toen hij zijn moeder met dit geheim confronteerde, verklaarde ze hem in tranen dat ze hem niet aan discriminatie bloot had willen stellen. Uiteindelijk nam Clark het rooms-katholicisme van zijn vrouw aan. Maar de generaal stopte met het bezoeken van de mis nadat hij een preek te veel had gehoord waarin het militaire apparaat bekritiseerd werd. Hij beschouwt zichzelf nog steeds als katholiek, hoewel hij de Second Presbyterian Church in Little Rock bezoekt. „Als je je geloof uit wilt dragen, moet je voor mensen zorgen”, vertelde Clark zijn gehoor in Louisiana.
Kerk en staat
Lieberman, die weigert campagne te voeren op de Joodse sabbat, heeft religie tot onderwerp gemaakt van zijn bedekte verwijzingen naar andere Democratische kandidaten. „Zij vergeten dat de grondwettelijke scheiding van kerk en staat, die ik van harte onderschrijf, vrijheid van godsdienst belooft, geen vrijheid van religie”???, zei Lieberman tijdens een recente campagnestop.
Zaken betreffende kerk en staat waren ook het speerpunt in een interview met Gephardt in ”O’Reilly Factor” op Fox New Channel. Gephardt zei dat „de regering zich moet distantiëren” van religieuze geloofsovertuigingen en dat een weergave van de Tien Geboden moet worden verwijderd uit een regeringsgebouw in Alabama, ook al bleek uit peilingen dat een meerderheid van de Amerikanen wilde dat die daar bleef. Gephardt, een baptist, maakte vervolgens onderscheid tussen openbare politiek en zijn persoonlijk geloof, dat hem leert voor de armen te zorgen en „je vijand lief te hebben als jezelf.”
Jim Wallis, hoofdredacteur van Sojourners Magazine, ziet deze benadering als een begin. Maar Wallis, een Democraat, zei dat Gephardt en de anderen religieuze principes ook toe moeten passen op essentiële Democratische zaken als gezondheidszorg, zorg voor kinderen en een betaalbaar onderkomen.
Als hun naar religie gevraagd wordt door een verslaggever, zeggen de Democraten: „Ik ga naar de kerk, ik bid, maar dat zal mijn politieke ideeën niet beïnvloeden, omdat ik geloof in een scheiding van kerk en staat”, zei Wallis. „Dat is een vergissing. Scheiding van kerk en staat betekent niet dat zeden of religieuze waarden uit het publieke domein verbannen moeten worden.”
Vernisje
Duidelijk is dat de godsdienstige overtuiging van de Democratische kandidaten niet diep zit. Het is een vernisje, maar geen diepgewortelde overtuiging. Juist nu Amerika zo dringend behoefte heeft aan herstel van waarden, is het van belang een president te hebben die leeft uit en naar zijn geloofsovertuiging. Dat is de uitdaging voor Bush.
De auteur is als commentator werkzaam bij de Amerikaanse nieuwsdienst Religion News Service.