Christelijk onderwijs slaat de handen ineen
Het christelijk onderwijs gaat meer naar buiten treden als er getornd wordt aan de vrijheid van onderwijs. Daarvoor wordt een werkgroep geformeerd die de ontwikkelingen nauwgezet volgt en een grotere groep die van tijd tot tijd aan de bezinning bijdraagt.
Organisaties uit het christelijk onderwijs hebben dit besloten naar aanleiding van twee manifesten van ds. W. Visscher, voorzitter van enkele reformatorische scholen, die daarin zijn grote verontrusting uitte over recente aanvallen op artikel 23 van de Grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd.
Vertegenwoordigers van de organisaties zijn inmiddels twee keer bijeengeweest. Ze benoemden de directeuren W. Büdgen van het Wartburg College in Rotterdam, H. Lamberink van de gereformeerd vrijgemaakte scholenorganisatie Concent en P. Schalk van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) tot regiegroep. Zij gaan mensen vragen voor de werkgroep die op ontwikkelingen reageert en voor de grotere denktank die incidenteel bijdragen levert.
De organisaties streven volgens regiegroeplid Büdgen naar „bewustwording in eigen kring: de vrijheid van onderwijs is echt niet meer vanzelfsprekend.” Daarnaast willen ze vaker naar buiten treden, reageren op uitspraken en deelnemen aan discussies over de toekomst van het onderwijs. Christelijke scholen scoren vaak goed bij onderzoeken en zouden dat meer moeten presenteren.
Aan het overleg namen de scholenorganisaties VGS en Concent, de RMU, lerarenvereniging GOLV en kamerleden van SGP en CU deel.