De Dow-Jonesindex sloot nagenoeg onveranderd op 17.764,04 punten en de S&P 500 steeg minder dan een punt tot 2080,15 punten. De Nasdaq ging onder meer gebukt door een koersverlies voor zwaargewicht Apple en daalde 0,2 procent tot 5013,87 punten.

Kort na de handelsaanvang bleek uit cijfers van de Amerikaanse overheid dat het aantal vacatures in april ongekend hoog was en dat het vertrouwen in de economie bij kleine en middelgrote bedrijven in mei is gestegen. Volgens analisten wezen de rapporten uit dat de Amerikaanse economie aantrekt na het zwakke begin van dit jaar, maar het goede nieuws werd lauw ontvangen door beleggers.

Later in de week worden er nog rapporten gepresenteerd over het consumentenvertrouwen en de detailhandelsverkopen. Vorige week waren er al positieve cijfers over de arbeidsmarkt, waarna gespeculeerd werd op een snellere renteverhoging door de Federal Reserve dan de centrale bank tot nu toe heeft aangegeven.

Ook het aanhoudende gesteggel tussen Griekenland en zijn geldschieters drukte de stemming op Wall Street. Griekenland diende dinsdagmiddag een voorstel in, maar dat werd vrijwel direct afgewezen.

Zwaargewicht Apple (min 0,3 procent) stond voor de vierde handelsdag op rij in de min. Analisten denken niet dat de maandag geïntroduceerde dienst Apple Music een betekenisvolle impuls zal geven aan de resultaten van het technologieconcern.

Banken en energiebedrijven deden goede zaken ondanks het algemene pessimisme. Banken als Bank of America, Citgroup en JPMorgan profiteerden van oplopende rentes op de obligatiemarkten en stonden tot 1,4 procent in de plus. De energiesector kreeg een impuls van flink hogere olieprijzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg met ruim 3 procent tot 59,93 dollar. Noble Energy en Newfield Exploration stonden tot 2,4 procent hoger.

De euro was 1,1275 dollar waard, evenveel als bij het slot van de Europese beurzen.