Nadat Napoleon Bonaparte begin 1815 uit zijn verbanningsoord, het eiland Elba, was ontsnapt, had hij al snel weer een leger van 250.000 man op de been. Op 14 juni 1815 viel hij België binnen, maar stuitte daar op het geallieerde leger van de Pruisen, de Engelsen en de Nederlanders. Na een zware strijd wisten de geallieerden de veldslag tegen Napoleon te winnen.

In de Nederlanden werd de slag bij Waterloo nog bijna honderd jaar als een nationale feestdag gevierd.

Vanuit Vlaardingen vochten er niet alleen 28 burgers mee in de slag bij Waterloo. Na de overwinning zamelden de inwoners als eersten in Nederland geld in en stuurden ze drie zendingen hulpgoederen met wijn, bier, pijpen en tabak, maar ook lakens, hemden en zwachtels naar het zuiden om „de gekwetste verdeedigers van ons vaderland” te ondersteunen.

Acht soldaten werden een halve eeuw later nog onderscheiden met het zilveren erekruis. Elise Oranje uit Delft, die afstamt van een van de 28 Vlaardingse strijders, heeft die informatie achterhaald, zo meldt het Stadsarchief. De expositie is tot oktober in Vlaardingen te bezichtigen.