Volgens hem zucht het personeel onder de toestanden. „We hebben rust nodig en visie uit de politiek. Niet steeds een strop om de nek”, laat hij weten in Trouw.

„Elke keer als het misgaat moet het personeel het maar slikken. Eerst de Fyra, en nu dit”, zegt hij in een andere krant, Metro. „In de trein krijgen conducteurs van moeilijke klanten te horen dat NS zelf ook niet zo betrouwbaar is”, aldus Wold. „Lastposten in de trein gebruiken het nu als extra middel om de conducteur af te zeiken. Dit doet echt wat met je werk.”

De or-voorzitter vindt dat bij NS een eind komen aan de waan van de dag. „Huges zei: ‘De reiziger moet op 1, 2 en 3’. Maar in de praktijk was het: de politiek op 1, de reiziger op 2 en het personeel op 3. Van mij moet de reiziger op 1, het personeel op 2 en de politiek op 3.”

In Trouw zegt Wold dat het probleem in de jaren negentig is ontstaan toen het kabinet besloot delen van het spoor openbaar aan te besteden. „Daar is Nederland veel te klein voor. Het is concurrentie op de vierkante meter. Je moet het openbaar vervoer als geheel zien en als nutsfunctie. Het systeem van aanbesteden heeft in zich dat alle partijen op het scherp van de snede opereren om een betere bieding te doen dan de concurrent. NS zijn daarin te ver gegaan. Ik zie gelijkenissen met het Fyra-debacle. Toen was de politieke druk op NS zo groot, dat ze tegen beter weten in zijn gaan rijden met de Italiaanse treinen die nog niet af waren.”