„Muziekles is goed voor de ontwikkeling van kinderen”
Proeflessen, open dagen, voorspeelavonden. In mei en juni werven muziekscholen leerlingen voor het volgende cursusjaar. Hoe kies je als ouder met je kind het juiste instrument? Hoe blijven kinderen enthousiast voor muziekles, juist als het moeilijker wordt? En wat doe je als kinderen willen stoppen?
„AMV is rammelen en dan hopen dat het tegelijk gaat”
„Muziekles is goed voor de ontwikkeling van de kinderen”, zegt Margriet Meeuse uit Rijssen. „Voor onze zoon Christian, die vrij beweeglijk is, vonden we het goed om samen te spelen en te werken met anderen. Ook is het voor onze beide jongens een goede oefening in zelfvertrouwen.”
Wat ze van AMV op voorspeelavonden heeft gezien vond ze „kinderachtig.” „Het is schudden met instrumentjes, lawaai maken en dan hopen dat het tegelijk gaat. Wat kun je dan na een jaar? We hebben Diederick en Christian ook niet op blokfluitles gedaan. We waren bang dat ze dat te meisjesachtig zouden vinden. Christian had het al vanaf z’n derde over trompet spelen. Volgens mij heeft hij dat idee op een Koninginnedag opgedaan, bij het spelen van het Wilhelmus. Het past bij zijn uitbundige karakter. Diederick had op de open dag van de muziekschool meteen een klik met de cello.”
Robert Meeuse geeft aan heel blij te zijn met de muziekschool. „De docenten zijn oprecht trots op wat de leerlingen presteren. Je merkt hun enthousiasme op de voorspeelavonden. Soms verbaas ik me erover hoe trouw onze kinderen oefenen. Ik hoor hen dan eenzelfde stukje achter elkaar proberen, tot ze het kunnen. De cellodocent van Diederick heeft een strijkersgroepje gevormd. Ik zie dat Diederick het leuk vind om daaraan mee te doen.”
Robert vindt het leuk dat ze hun jongens muziekles kunnen bieden. „Ik heb vroeger geen muziekles gehad. Ik zit nu wel op koor, maar vind het jammer dat ik geen noten kan lezen. Ik hoop dat de jongens enthousiast doorgaan. Maar als ze willen stoppen, verplicht ik hen niet door te gaan. We gaan hen er niet aan hun haren bij slepen.”
„Samen musiceren gaat dieper dan een balletje trappen”
„Muziek maakt een belangrijk deel uit van onze opvoeding”, zegt Ewout van Kouwenhoven uit Rijssen. „Goed een instrument leren spelen gebeurt voor je achttiende, is mijn ervaring. Wat ik in die tijd geleerd heb, zit nu nog in m’n vingers. Het is ook een goede zondagsbesteding om met elkaar te musiceren. Samen spelen werkt verbindend. Ik vind dat je met samen musiceren ook dieper contact hebt dan wanneer je met elkaar een balletje gaat trappen.”
Geeske van Kouwenhoven: „We hebben de kinderen eerst AMV laten volgen. In de lessen hoorden ze verschillende instrumenten. Elke les kregen ze een papier mee met informatie over een specifiek instrument. Onze dochters Sifra en Thirze hebben een jaar op blokfluitles gezeten voor ze op dwarsfluit- en celloles gingen. Ze spelen nu ook nog regelmatig samen blokfluit. Na de AMV- en de blokfluitcursus konden de kinderen drie probeerlessen doen bij het instrument van hun keuze. De open dagen hielpen ook om te beslissen. Job ging mijn man Ewout achterna. Mijn man speelt vaak samen met de kinderen. De jongens oefenen quatre-mains met hem. Ook het meespelen met cd’s die bij muziekmethodes zitten vinden de meiden leuk. We hebben geen regel van een halfuur oefenen per dag. Zolang ze regelmatig blijven spelen, is het goed.”
Ewout: „De jongens hadden wat ik ook had toen ik in de puberteit kwam: geen zin meer. Het is natuurlijk niet gaaf om tegen je vrienden te zeggen dat je orgel speelt. We hebben Job voorgehouden dat het jammer is om te stoppen na al die jaren les. We hebben ook laten zien hoeveel het kost. Nu speelt hij met meer plezier dan ooit.”
„Goed, ik doe het nog een jaar, als jullie dat zo graag willen”
„We hebben onze drie oudste kinderen op muziekles laten gaan”, vertelt Wilma Karels uit Ede, moeder van vijf kinderen. „Muziek is mooi, orkesten en ensembles voegen iets toe aan de samenleving. Ik vind het fijn als onze kinderen daar een bijdrage aan kunnen leveren. Verder is het goed voor kinderen om hun muzikale gevoel kwijt te kunnen. Op de muziekschool in Ede duren lessen soms maar twintig minuten. Dat vind ik te kort om diepgang te geven. Bij onze zoon Geert zie ik dat hij saai huiswerk krijgt van de orgeldocent. Die volgt een methode en geeft voor de volgende les de volgende bladzijde op. Ik heb Geert nu opgegeven bij een particulier. Daar verwacht ik meer van.
Maartje speelde heel goed blokfluit, maar toen ze in de puberteit kwam veranderde dat. Blokfluit spelen was volgens haar iets wat iedereen kon. En ze kreeg een nieuwe docent met wie ze veel minder een klik had. We hebben haar nog een jaar op les gedaan, maar ze was het echt spuugzat. Jammer, want we konden leuk samenspelen.”
Maartje: „Toen ik op de middelbare school kwam ging ik denken: wat vinden anderen ervan dat ik fluit? Toen m’n blokfluitlerares na een ongeluk stopte met lesgeven, kwam ik op de muziekschool. Dat vond ik een stuk minder leuk. Ik moest nog een jaar door van m’n ouders. Ik dacht: Goed, als jullie dat willen, doe ik dat wel. M’n moeder denkt dat ik er spijt van krijg dat ik ben gestopt. Maar ik heb nu geen spijt. Ik heb na m’n blokfluitlessen wel een tijdje op een koor gezeten, maar daar heb ik het nu te druk voor. Ik heb mezelf gitaar spelen geleerd. Dat doe ik alleen op m’n kamer, want dat kan ik niet goed genoeg om het aan anderen te laten horen.”