Bush treedt vroeg in het strijdperk
De Amerikaanse president George Bush heeft zich maandag in de verkiezingsstrijd geworpen met een scherpe aanval op de Democraten, die volgens hem tot nu toe geen oplossingen bieden voor ’s lands problemen. De Republikein Bush gebruikte een zogeheten ”fundraising dinner”, waar deelnemers 1000 dollar per persoon betaalden aan zijn verkiezingskas.
„Onze tegenstanders hebben tot nu toe weinig aangedragen aan oplossingen voor de strijd tegen het terrorisme of voor een beleid dat onze economie kan versterken”, aldus Bush in zijn tot nu toe meest politieke redevoering van het jaar. Het was een duidelijke boodschap voor aanhangers en tegenstanders betreffende de hoofdpunten waarop Bush zijn beleid in de naderende verkiezingsstrijd zal verdedigen, namelijk de economie en de strijd tegen de terreur. Het was opmerkelijk dat de president dat gisteren al deed, terwijl de Democratische presidentskandidaat nog niet bekend is.
De Republikeinen worden echter geconfronteerd met een ongewoon verschijnsel. De twee belangrijkste Democratische kandidaten -de senatoren John Edwards en John Kerry- vallen elkaar niet aan, maar leveren zonder ophouden scherpe kritiek op Bush en zijn team. Zij hameren daarbij op de zwakke punten van Bush’ beleid. Tegenover de door Bush genoemde successen in de strijd tegen het terrorisme, wijzen Kerry en Edwards erop dat er nog steeds geen massavernietigingswapens in Irak gevonden zijn.
Terwijl Bush zichzelf aanprijst als een ”oorlogspresident”, zetten de Democraten vraagtekens bij zijn dienst in de Nationale Garde in de jaren zestig en zeventig. Kerry meldde zich indertijd vrijwillig voor dienst in Vietnam, terwijl Bush die dienst ontliep door zich via zijn invloedrijke vader te laten inschrijven bij de Nationale Garde, waar hij werd opgeleid tot piloot. Maar in de laatste twee jaar van die periode van weekeinddiensten, liet hij zich nauwelijks zien. Wat sommige Democraten al de kwalificatie ”deserteur” ontlokte.
Het is juist dat de economie weer aantrekt, maar dat gaat niet gepaard met een navenante groei van de werkgelegenheid. Sinds het aantreden van Bush in januari 2001 zijn er 2,7 miljoen banen verdwenen. De werkloosheid neemt weliswaar weer af, maar dat komt voornamelijk omdat 300.000 mensen het zoeken naar een baan hebben opgegeven en dientengevolge niet meer als werkloos in de statistieken worden opgenomen. De dagelijkse kritiek van de Democraten op deze punten eist haar hun tol. Bush zakt in de opiniepeilingen en volgens de laatste polls zou hij verliezen van zowel Kerry als Edwards als de verkiezingen vandaag werden gehouden.
Dit alles is beslist geen reden voor paniek in het Republikeinse kamp, maar men vond het toch strategisch verstandiger om maar vast een tegenoffensief te beginnen, ook al is de Democratische kandidaat nog niet bekend. Bush beschuldigde zijn politieke tegenstanders ervan de kiezer weinig nieuws te bieden. „Onze tegenstanders bieden weinig anders dan oud zeer en partijpolitieke vijandigheid. Wij daarentegen bieden de kiezer een duidelijk alternatief”, aldus Bush.
John Kerry reageerde maandag in New York op de uitspraken van de president. „Geen wonder dat Bush zulke dingen zegt tijdens zo’n diner. Daar komen zijn rijke vriendjes die profiteren van zijn belastingverlagingen. Bij de gewone kiezer heeft de president echter een geloofwaardigheidsprobleem. En het zijn die kiezers die in november over zijn politieke lot beslissen.”