„Raak me niet aan, ik draag een bom”
LAHORE. Met een bedroefd gezicht staat moeder Shaheen Sarfaraz bij de ingang van de protestantse Christ Church in Lahore. Aan de buitenmuur van het kerkgebouw hangt een poster van haar tienjarige zoon Abysheik. Ze buigt haar hoofd, kust de foto en begint vervolgens onbedaarlijk te huilen.
Bijna drie maanden geleden kwam Abysheik om het leven toen moslimextremisten twee bommen lieten ontploffen bij de ingang van een protestantse en een rooms-katholieke kerk in de Pakistaanse stad Lahore. Het resultaat: 24 doden en 90 gewonden.
„Abysheik vroeg wat geld om een kaars te kopen die hij in de kerk wilde aansteken”, vertelt Shaheen. „Toen hij terugliep, werd hij bij de ingang van de kerk eerst beschoten door de extremisten en daarna getroffen door de bom die tot ontploffing werd gebracht. Toen ik buiten kwam, heb ik hem bij de ingang van de kerk gevonden. Van zijn lichaam was weinig meer over.”
Spanning
Bijna drie maanden na de aanslag op twee kerken in Lahore is de sfeer in Yuhanabad, de wijk waar de aanslag plaatsvond, nog steeds gespannen. Rond de protestantse kerk staan meerdere gewapende bewakers die de omgeving scherp in de gaten houden. Boven op de kerkmuur staat een militair met een geweer in de aanslag.
Toch voelen christenen zich in de steek gelaten omdat de overheid hen naar hun zeggen niet beschermt. Uit woede zijn christenen na de bomaanslag de straat opgegaan: ze lynchten twee moslims. Hoewel deze wraakactie door veel christenen wordt veroordeeld, is er ook begrip. „Er was een terroristische aanslag. Wat moet je anders doen, als ze met wapens je huis binnenvallen?” zegt een oudere kerkganger voordat hij de kerk inloopt.
De protestantse Christ Church stroomt op zondagmorgen behoorlijk vol, maar volgens ds. Irshad Ashknaz ligt het aantal kerkgangers nog steeds veel lager dan voor de aanslag. „Momenteel bezoeken zo’n 700 mensen de diensten; vroeger waren dat er twee keer zo veel. Ook de zondagsschool wordt nog slecht bezocht. We hebben nu 35 kinderen, voor de aanslag waren dat er 100. Veel christenen zijn bang en durven niet meer naar de kerk te komen.”
Het moment waarop de zelfmoordterrorist zichzelf opblies, staat bij de voorganger van de Christ Church nog scherp op het netvlies. „Ik was net begonnen met de bediening van het heilig avondmaal. Opeens hoorde ik een knal buiten. Ik heb iedereen gevraagd om rustig te blijven en niet weg te rennen, want daarmee breng je jezelf en anderen in gevaar. God gaf me de kracht om zelf ook rustig te blijven. Ik realiseerde me: als ik rustig blijf, dan blijven de mensen dat waarschijnlijk ook.”
Helden
Toen ds. Ashknaz met zijn gemeente een kwartier later het kerkgebouw kon verlaten, werd duidelijk wat er zich bij de ingang van de kerk had afgespeeld. „,Er was een echtpaar dat niet had deelgenomen aan de avondmaalsviering en de kerk iets eerder had verlaten. Bij de poort van de kerk werd er door de terroristen op hen geschoten. De vrouw was op slag dood, maar de man werd niet geraakt. Hij greep de terrorist die de bom droeg vast en trok hem een aantal meters bij de kerk vandaan. Hij werd daarbij geassisteerd door een beveiliger. Toen blies de terrorist zichzelf op. De broeder die zijn leven waagde, kwam om, evenals de bewaker. Het was een heldendaad. Als ze dat niet hadden gedaan, was de impact van de aanslag veel groter geweest.”
Voor de buitenmuur van de protestantse kerk staat Nazbanoo Bashir. Ze staart naar een grote afbeelding van haar zoon Aakash aan de muur. Aakash is de held van de rooms-katholieke kerk, een paar straten verderop in Lahore. Hij bewaakte het gebouw als vrijwilliger. „De terrorist wilde de kerkzaal in, maar mijn zoon heeft hem tegengehouden. Hij riep nog tegen Aakash: „Raak me niet aan, ik draag een bom bij me.” Aakash antwoorde: „Ik ga liever dood dan dat ik je toegang geef tot de kerk.” Vervolgens is de bom ontploft en is hij om het leven gekomen. Ik ben erg trots op wat hij gedaan heeft. Hij is een held.”
Het kost moeite om ds. Ashknaz aan het praten te krijgen over de wraakactie waarbij een groep christelijke jongeren twee moslims lynchten. Het blijkt een gevoelig onderwerp en vragen hierover probeert hij te omzeilen. Na wat aarzelingen: „Ik denk niet dat mensen uit mijn kerk erbij betrokken zijn geweest. We waren druk met het helpen van de slachtoffers en hadden wel iets anders aan ons hoofd. Bij de lynchpartij waren trouwens behalve christelijke jongeren ook moslimjongeren betrokken. Zij deden mee omdat de terroristen ook verschillende moslims, die in de buurt van de kerk waren, hebben gedood. Wie de twee moslims uiteindelijk hebben vermoord, is moeilijk te zeggen.”
Hoewel ds. Ashknaz niet weet wie er verantwoordelijk is voor de lynchpartij, is dit voor de moslimgemeenschap volstrekt helder. Volgens verschillende advocaten zijn er zo’n 250 christenen uit de wijk Yuhanabad na de aanslag door hun moslimbazen ontslagen.
Operatie
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Commission of Pakistan (HRCP) bevestigt dat christenen ook op medisch gebied achtergesteld worden. Het verhaal van Irshad Saleem is hiervan een pijnlijke illustratie. Deze christelijke vrouw uit de wijk Yuhanabad moest onlangs haar baarmoeder laten verwijderen, maar de dienstdoende moslimarts weigerde haar te opereren. „Toen ze hoorde waar ik woonde, gaf ze haar assistent de opdracht om me met een smoesje naar huis te sturen. Ik ken de assistent goed en ze legde me de situatie uit. Ze adviseerde me om geen druk op de arts uit te oefenen, want dan werd ik misschien wel geopereerd, maar dan zou ze wellicht bewust een fout maken tijdens de operatie.”
Irshad Saleem kreeg van de arts-assistent het advies naar een andere dokter te gaan, maar ze heeft nog geen moed verzameld om actie te ondernemen. „Ik ben erg geschrokken en weet nog niet wat ik ga doen.”
Vertrouwen
Ds. Ashknaz van de Christ Church merkt dat veel christenen in zijn gemeente hun vertrouwen kwijt zijn. „Ik voer veel persoonlijke gesprekken met gemeenteleden en zeg hun dat God altijd nabij is. Ik wijs hen op het wonder dat er in onze eigen kerk maar vier doden te betreuren zijn, terwijl de terroristen het plan hadden om zo’n 800 mensen om te brengen. Dit is niet gebeurd omdat onze God een levende God is. Hij staat altijd naast ons.”
Dit artikel is een bewerking van een radioreportage die Richard Groenenboom maakte voor het Radio 5-programma EO Door de Week. De reportage is te beluisteren via eo.nl/radio5.