Buitenland

’Bloedbad in ontwikkeling in Haïti’

De Haïtiaanse rebellen willen de komende dagen optrekken naar de hoofdstad Port–au–Prince om president Jean–Bertrand Aristide te verjagen. Afgelopen weekeinde waren ze al Cap–Haïtien binnengetrokken, de op een na grootste stad.

ANP/AFP/RTR/DPA
24 February 2004 07:08Gewijzigd op 14 November 2020 00:59

Deze maand zijn al ongeveer zeventig mensen om het leven gekomen door het politieke geweld in Haïti. Nederland heeft, evenals andere Westerse landen, zijn burgers opgeroepen Haïti te verlaten. De Franse minister van Buitenlandse Zaken De Villepin sprak van een „bloedbad in ontwikkeling".

De Haïtiaanse oppositie heeft maandag een eigen plan gepresenteerd als alternatief voor het internationale vredesplan. Aristide had dat laatste zaterdag al geaccepteerd. De politieke tegenstanders van Aristide kwamen maandag enkele uren voordat zij erop moesten reageren met het tegenvoorstel. De VS, die in het conflict bemiddelen, verlengden daarop de termijn met een etmaal.

Het gedetailleerde stappenplan van de oppositie voorziet in het aftreden van Aristide op 18 maart. „Aristide is het probleem en het obstakel voor democratie. Hij moet worden afgezet", aldus leider Paul Denis van de oppositie.

Een internationaal onderhandelingsteam van de VS, Canada en Frankrijk, de Organisatie van Amerikaanse Staten en het Caribische samenwerkingsverband Caricom, hadden het oorspronkelijke plan opgesteld. Daarin werd de macht van Aristide beperkt, maar hoefde hij niet weg.

Guy Philippe, de vroegere politiechef van Cap–Haïtien die zich bij de rebellen heeft aangesloten, zei maandag in een radiointerview dat de opstandelingen nu eerst Saint–Marc willen veroveren, zo’n honderd kilometer ten noorden van Port–au–Prince. Dan willen zij oprukken naar de hoofdstad.

Rebellen en oppositie opereren onafhankelijk van elkaar. De oppositie heeft al maanden betogingen georganiseerd tegen de corruptie en het wanbeleid van het Aristide–bewind. Bij de rebellen zitten aanhangers van vroegere militaire regimes, drugshandelaren en afvallige Aristide–aanhangers.

In Port–au–Prince waren maandag tal van straten gebarricadeerd ter voorbereiding van een mogelijke aanval van de rebellen. Er gaan geruchten dat sommige ministers al zijn ondergedoken uit vrees voor de rebellen.

Buitenlandse Zaken rept in zijn negatief reisadvies over een „instabiele veiligheidssituatie". „Nederlanders voor wie verblijf op Haïti niet absoluut noodzakelijk is, wordt aangeraden het land te verlaten voorzover dit op een veilige manier mogelijk is", aldus het ministerie.

Het departement waarschuwt voor brandende barricades, ontvoeringen, afpersingen, diefstal en andere vormen van geweld. Het ministerie beschouwt het gehele land als onveilig gebied. Nederlanders moeten extra voorzichtig zijn in de buurt van het internationale vliegveld in de hoofdstad alsook in en rondom banken. Het wordt afgeraden sieraden te dragen en foto’s van personen te maken zonder dat zij hiervoor toestemming hebben gegeven.

Er wonen ongeveer tachtig Nederlanders in Haïti. Het is niet duidelijk hoeveel van hen het land al hebben verlaten. Een deel van de Nederlanders is er geestelijke en zal mogelijk willen blijven.

Hulporganisatie Plan Nederland heeft maandag in het noordoosten de activiteiten opgeschort. In de rest van het land werkt de organisatie nog wel. De organisatie bekijkt van dag tot dag, welke programma’s nog doorgang vinden. De medewerkers van Plan Nederland zijn voornamelijk Haïtiaans. De twee internationale medewerkers in Haïti zijn op dit moment niet in het land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer