Kerk & religie

Meditatie: De heidenen tot erfdeel

Psalm 2:8b

Theodorus Avinck
5 June 2015 08:14Gewijzigd op 15 November 2020 19:26

„Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting.”

De einden der aarde zijn de heidenen, zonder uitzondering, want het is: „alle gij einden der aarde.” Geen geslacht, tong, volk of natie uitgezonderd. De nodiging is tot elk volk, tot wie de roepstem van het Evangelie komt, zoals Psalm 22:28 zegt: „Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot de Heere bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.”

Trouwens, de Heere had tot Zijn Zoon gezegd: „Het is te gering, dat Gij Mij een Knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen van Jakob en om weder te brengen de bewaarden in Israël. Ik heb U ook gegeven tot een Licht der heidenen om Mijn Heil te zijn tot aan het einde der aarde.” (Jesaja 49:6) Overeenkomstig deze volmacht en zending, roept en nodigt Christus ook deze einden der aarde.

Men behoeft hier niet alleen bij de letter te blijven. Grote godgeleerden hebben aangetoond dat hier ook in een figuurlijke zin gezien werd op alle arme en ellendige zondaren, die in dezelfde staat en omstandigheden verkeerden waarin de heidenen waren. De meest boze, goddeloze, oudste, afkerigste en verhardste zondaren worden geroepen. U wordt geroepen, die ver van God en godsdienst leeft. Die als zonder God in de wereld leeft, zonder enig besef en gevoel van godsdienst, wiens hart geheel zonder indrukken is, evenals dat van een heiden.

Theodorus Avinck, ouderling en oefenaar te De Bilt (”Tien praktikale verhandelingen”, 1784)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer