Vlak voordat de Fyra-dienst tussen Amsterdam en Brussel begon, bleek uit testritten dat slecht te voorspellen was of de trein op tijd zou rijden. Oosthoek liet een advies om dan maar later te beginnen met de Fyra achterwege, omdat het besluit om te rijden toch al lang was genomen en er geen alternatief meer was. Het leek hem het beste om dan maar voorzichtig te beginnen met minder treinen per dag en genoeg reservematerieel achter de hand.

„Ik was niet verbaasd dat het besluit om te gaan rijden werd genomen”, zei Oosthoek. „Maar ik had liever gehad dat de Beneluxtrein er nog was geweest tot we zeker wisten dat we een goed product hadden.” De Beneluxtrein was de bestaande verbinding tussen Amsterdam en Brussel die met de introductie van de Fyra verdween.

Oosthoek had graag gezien dat er veel meer testritten waren geweest met de Fyra. De geplande ritten werden niet allemaal uitgevoerd omdat de treinen ook voor andere zaken nodig waren. Daar kwam nog eens bij dat de voorspellingen op basis van de tests onzekerder waren geworden.

De Fyra was veel te laat klaar en moest al snel weer van het spoor omdat de trein door allerlei mankementen niet veilig bleek te zijn.