Van Rijn door stof over problemen pgb’s
DEN HAAG (ANP). Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) heeft donderdag in de Tweede Kamer toegegeven dat wijzigingen rond de uitbetaling van het persoonsgebonden budget (pgb) niet goed en niet zorgvuldig is verlopen. Hij erkende dat het achteraf gezien geen goed besluit was om de veranderingen per 1 januari in te laten gaan. Hij betreurt dat de risico’s die er waren bij de veranderingen in het systeem leidden tot problemen.
Van Rijn zei dat de problemen hem raken en dat het nieuwe systeem niet bedoeld is om mensen in onzekerheid te laten zitten. „Het gaat om een kwetsbare groep en het is fout dat de invoering op deze wijze is verlopen. Daarom heb ik al eerder excuses aangeboden en daarom werken we er dag en nacht aan om de problemen op te sporen en op te lossen. Juist daarom verdiep ik me ook in de persoonlijk problemen van mensen en vraag ik de Sociale Verzekeringsbank en de gemeenten alles uit de kast te halen.”
Oppositiepartijen hadden eerder flinke kritiek op Van Rijn. Zij verwijten hem dat hij de veranderingen bij het pgb heeft onderschat en te weinig heeft gedaan om problemen op te lossen. Van Rijn zei daarop dat hij echt heeft geprobeerd om tijdens de voorbereidingen alle risico’s te voorzien. „Daarom is het des te zuurder dat het toch fout is gelopen.”
Hij ontkende dat hij de Kamer onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. „Als u dat gevoel heeft, dan spijt me dat”, zei hij tegen SP-Kamerlid Renske Leijten, maar hij bleef volhouden dat hij de Kamer voortdurend heeft geïnformeerd.
Van Rijn sloot zich in het debat aan bij de harde conclusies die de Algemene Rekenkamer onlangs trok: de regels zijn laat ingevoerd, de overdracht van gegevens was een probleem en de regie had beter gemoeten. Hij noemde het „evident” dat hij kennelijk de signalen en waarschuwingen kennelijk niet goed herkend had. „We hebben de voorbereiding zorgvuldig gedaan maar invoering is niet zorgvuldig gelopen. Ondanks alle maatregelen die je neemt, kan het in de praktijk anders gaan”, hield hij de Kamer voor. En: „daar baal ik van”.