Cultuur & boeken

Walter Benjamins ”Kinderjaren in Berlijn”: klein boek dat veel van de lezer vraagt

De Duitse filosoof Walter Benjamin (1892-1940) schreef tussen 1932 en 1938 in Parijs een reeks artikelen over zijn kinderjaren rond 1900 in Berlijn. Daar in de lichtstad kregen de herinneringen aan zijn kindertijd in het westen van Berlijn een geweldige betekenis en diepgang.

dr. Hans Ester

4 June 2015 09:00Gewijzigd op 15 November 2020 19:24
De herinneringen aan zijn kindertijd in Berlijn kregen een geweldige betekenis en diepgang voor Walter Benjamin. Foto: Berlijn rond 1900. beeld Wikimedia
De herinneringen aan zijn kindertijd in Berlijn kregen een geweldige betekenis en diepgang voor Walter Benjamin. Foto: Berlijn rond 1900. beeld Wikimedia

De van oorsprong Joodse Benjamin was Duitsland ontvlucht wegens de bedreigingen door de nationaalsocialisten. In zijn teksten probeert hij aan de hand van trefwoorden zoals ”jongensboeken”, ”het naaikistje”‚ ”verstopplaatsen” en ”de telefoon” achter de beelden en gevoelens te komen die de betekenis van deze centrale woorden voor hem als kind duidelijk maken.

Een simpel proces is deze zoektocht naar de wisselwerking tussen de verschijnselen van toen en de vreemde wegen van de kinderlijke geest bepaald niet. Dit is daarom geen gezellig boek waarin museumstukken van 1900 even worden afgestoft. Voor wie Berlijn, en dan vooral het centrum met het monument ”Siegessäule”, het koninklijk paleis en de Matthëuskerk of het Griebnitzmeer en Slot Babelsberg kent, zal het echter ook een feest der herkenning zijn. Maar een toeristisch uitstapje wordt het bij Benjamin nooit. Hij schrijft in zijn voorwoord dat het hem bij zijn artikelen om het inzicht „in de noodzakelijke maatschappelijke onherroepelijkheid van het verleden” ging en niet om het inzicht in de biografische onherroepelijkheid.

Opvallend in deze schetsen is inderdaad dat de herinneringen wel biografisch verankerd zijn, maar samen met de situatie van het kind Walter Benjamin de sociale verhoudingen van rond 1900 ter sprake brengen en doorgronden. Als kind van welgestelde ouders hing Benjamins geluksgevoel van toen ten nauwste samen met het gevoel van „burgerlijke veiligheid”, een gevoel dat hij ervoer in het huis van zijn grootmoeder.

Om een ander voorbeeld te noemen: samen met het ritueel van het slapen gaan, komt de betekenis van de in huize Benjamin altijd aanwezige dienstmeisjes aan de orde. Met de dienstmeisjes is tegelijk de rol van de moeder gedeeltelijk gedefinieerd. Zij kwam alleen in beeld wanneer haar zoon ziek was; dan hanteerde ze de thermometer en diende ze hem medicijnen toe.

Toch doet het accent op de maatschappelijke verhoudingen in Berlijn rond het jaar 1900 geen recht aan Benjamins pogingen om de wonderlijke wegen van zijn fantasie als kind te beschrijven, inclusief de enorme angsten die in zijn binnenste leefden. Deze angsten zijn een deel van zijn vermogen om een soort schaduwwereld met eigen wetten en mogelijkheden op te bouwen. Jongensboeken en ansichtkaarten kunnen een aanleiding zijn die de weg opent naar een geheel eigen logica van voelen en denken.

Voor Benjamin zijn woorden nooit vanzelfsprekend. Telkens opnieuw struikelen, dat geldt in wezen ook in het algemeen voor de manier waarop hij zich door het leven beweegt. Met de weerbarstigheid van de woorden hangt samen dat dit boek op veel plaatsen zeer moeilijk te begrijpen is. Benjamin wil niet versimpelen. Hij zou zichzelf daarmee ontrouw worden.

Voor de lezer die de tijd en het geduld heeft om sommige zinnen tien keer te lezen, is dit kleine boek aan te bevelen. De vertaling is gebaseerd op het authentieke manuscript dat de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben in 1981 in Parijs vond.


Boekgegevens

Kinderjaren in Berlijn rond 1900, Walter Benjamin; 
uitg. Van Tilt, Nijmegen, 2015; ISBN 978 94 6004 211 9; 104 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer