Binnenland

Vrijwilligers nemen steeds vaker plaats van kooiker in

LEKKERKERK. Kooiker Hans Zantinge is 60. Zijn opvolger zal niet, zoals hij, een betaalde kracht zijn. Zantinge en zijn werkgever, het Zuid-Hollands Landschap, zijn op zoek naar vrijwilligers die het beheer van de eendenkooi kunnen overnemen. En daarin staan ze niet alleen. Het beroep van eendenkooiker sterft uit.

Dick den Braber
3 June 2015 20:47Gewijzigd op 15 November 2020 19:24
Eendenkooi Bakkerswaal in Lekkerkerk is ruim 450 jaar oud. Als beheerder Hans Zantinge met pensioen gaat, raakt Bakkerswaal zijn beroepskooiker kwijt. Vrijwilligers zullen zijn plaats innemen. Beeld Dick den Braber
Eendenkooi Bakkerswaal in Lekkerkerk is ruim 450 jaar oud. Als beheerder Hans Zantinge met pensioen gaat, raakt Bakkerswaal zijn beroepskooiker kwijt. Vrijwilligers zullen zijn plaats innemen. Beeld Dick den Braber

Zantinge is kooiker van de eendenkooien Bakkerswaal in Lekkerkerk en Kooilust in Berkenwoude. Op termijn gaat hij met pensioen, legt woordvoerster Sandra te Morsche van stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) uit. „Daarom roepen we mensen ertoe op om zich te melden als vrijwilliger. Wij vinden het belangrijk om onze eendenkooien in stand te houden.”

Met de oproep mikt de stichting niet alleen op belangstellenden voor Bakkerswaal, maar ook op gegadigden voor haar andere vijf eendenkooien. Te Morsche: „Door ingrijpende bezuinigingen is het voor ons onmogelijk om al het onderhoudswerk door betaalde krachten te laten uitvoeren. In een aantal eendenkooien spelen vrijwilligers nu al een grote rol. Wij willen hun inbreng en taken uitbreiden.”

Inmiddels hebben zich enkele mensen aangemeld. Het ZHL wil zijn personeel niet buiten de deur zetten. „We zoeken naar een combinatie van betaalde medewerkers en vrijwilligers.”

Geen lang leven beschoren

Niettemin lijkt het betaalde kooikerswerk binnen het ZHL geen lang leven beschoren. „Op termijn willen we met vrijwilligers invulling geven aan de taken van betaalde medewerkers. Strikt genomen bestaat het beroep eendenkooiker allang niet meer bij ons. Zantinge is destijds wel in die functie aangenomen, maar hij werd al na vijf jaar terreinbeheerder en kreeg er andere taken bij.”

De ontwikkelingen bij het ZHL staan niet op zichzelf. Voorzitter Désiré Karelse van de Eendenkooi Stichting ziet landelijk een trend waarbij de betaalde kooiker verdwijnt. „Tot tientallen jaren terug waren de meeste eendenkooien particulier bezit. Daar hoorde per kooi een eigen beroepskooiker bij die voor de verkoop wilde eenden ving. Hij zorgde verder dat alles in en rond de kooi goed functioneerde.”

Sinds het midden van de vorige eeuw liepen de vangsten van alle kooien terug. Hierdoor kregen de eigenaren grote problemen om hun kooi in stand te houden. Karelse: „Landschapsorganisaties hebben de eendenkooien destijds gekocht, om dit cultuurhistorisch erfgoed niet verloren te laten gaan. De kooiker kwam na de overname vaak bij hen in dienst. Dat kon goed in de financieel ruimere tijden.”

Ringen

Lange tijd bleef een kooiker enkel verantwoordelijk voor het bijhouden van de kooi. Hier kwam vaak het ontvangen van bezoekers bij. Daarnaast kreeg het ringen van eenden een steeds grotere rol ten opzichte van de eendenvangst voor consumptie. „Zo’n in afzondering werkende man is een kostbare post. Daarom kreeg de kooiker er andere taken erbij, buiten de kooi.”

Onder meer Staatsbosbeheer koos ervoor om een kooiker niet te vervangen als hij met pensioen ging. Onbezoldigde kooikers of groepen vrijwilligers namen zijn taken over.

Karelse: „Eendenkooien behoren tot de duurste posten van het natuurbeheer. Ze vereisen arbeidsintensief en specialistisch onderhoud, terwijl het maar om enkele hectaren gaat.”

Fondsen werven

Vrijwilligers kunnen gemakkelijker inkomsten genereren dan een kooiker, denkt de voorzitter van de Eendenkooi Stichting. „Vaak trekt zo’n enthousiaste groep meer bezoekers voor een rondleiding of de verkoop van bijvoorbeeld wilgentenen broedkorven, riet of hout, dan één kooiker. Verder is een groep mensen beter in staat om fondsen te werven in de omgeving. Denk aan een lokale Rabobank, Rotary Club of een houthandel.”

Vrijwilligers hebben niet altijd dezelfde kennis als een betaalde kooiker, erkent Karelse. „Maar vaak zitten er één of twee mensen met een kooikersakte en een ringcertificaat bij. Binnen een groep ontstaat zo dus wel degelijk kennis die het verlies van een betaalde kooiker compenseert.”

Niet alle aspecten van het oude kooikersvak blijven behouden. „Een beroepskooiker hield zich vooral bezig met eenden vangen voor de bout. De moderne vrijwillige kooikers vindt het meestal leuk om alle onderdelen van de kooi te onderhouden, eenden te ringen en buiten te zijn.”

Tsjernobyl

Het eenden ringen neemt overigens fors toe. „Vijf jaar terug hielden 5 van de 118 kooien zich puur met ringen bezig, tegenwoordig gaat het om een derde.”

Hierdoor krijgen kooien een nieuwe maatschappelijke betekenis. „Bij de kernramp van Tsjernobyl in 1986 konden we zo de radioactiviteit van eenden uit dat gebied meten. Tegenwoordig kunnen we eenden monsteren om na te gaan of ze bijvoorbeeld een vogelgriepvirus bij zich dragen. Hierdoor kan de kooi een eigentijdse functie krijgen, midden in de samenleving.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer