Amerikanen gaven VN niet alle informatie over Irak
De Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft VN-wapeninspecteurs voor Irak vorig jaar niet alle gegevens verstrekt waarover men beschikte, ondanks verklaringen dat dit wel het geval was.
Uit een brief van Stanley Moskowitz, verbindingsman van de CIA voor het parlement, aan senator Carl Levin blijkt dat de CIA slechts 84 van de 105 plaatsen noemde waar men opslagplaatsen van Iraakse verboden massavernietigingswapens vermoedde.
Voorstanders van wapeninspecties drongen begin vorig jaar aan op meer tijd voor de VN-wapeninspecteurs. Washington zei toen dat men de VN-inspecteurs „alle informatie” had verstrekt waarover de Amerikanen beschikten. Dit werd meermalen bevestigd door president Bush’ nationale veiligheidsadviseur Condoleezza Rice en door CIA-chef George Tenet. Uit de brief van Moskowitz blijkt nu dat dit niet het geval was. „George Tenet heeft het parlement vorig jaar misleid en dat is volstrekt onaanvaardbaar”, aldus Levin tegenover The New York Times.
Witte-Huiswoordvoerders namen Condoleezza Rice onmiddellijk in bescherming. Zij zou haar uitspraken over samenwerking met de VN-wapeninspecteurs hebben gebaseerd op de informatie die zij van de CIA kreeg. Volgens senator Levin gaf de CIA een verkorte lijst van verdachte plaatsen aan de VN om de zoektocht van de inspecteurs te beperken. Washington had allang besloten Irak binnen te vallen en wilde het werk van de VN-wapeninspecteurs zo snel mogelijk afsluiten om het Amerikaanse militaire offensief te kunnen beginnen. Een woordvoerder van de CIA noemde deze beschuldiging van Levin „absurd.”
De geloofwaardigheid van Amerikaanse inlichtingen over Irak blijft een gevoelig onderwerp. Enkele weken geleden maakten de Amerikanen bekend dat zij een document hadden ontdekt waarin de terrorist Abu Musab Zarqawi -leider van de terreurgroep Ansar al-Islam- plannen smeedde om de verschillende etnische groeperingen in Irak tegen elkaar op te zetten. Omdat Ansar al-Islam nauwe betrekkingen onderhoudt met de terreurbeweging al-Qaida van Osama bin Laden werd hierin „opnieuw” een „bewijs” gezien voor de activiteiten van al-Qaida in Irak.
Amerikaanse inlichtingendiensten hebben nu ontdekt dat Ansar al-Islam aan al-Qaida steun heeft gevraagd voor het plan om in Irak als het ware een burgeroorlog te creëren door de verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Al-Qaida heeft dit echter geweigerd. Waarom al-Qaida dit verzoek heeft afgewezen is niet bekend en het is evenmin bekend hoe de Amerikanen achter deze informatie zijn gekomen. Een woordvoerder van de CIA weigerde commentaar te geven, maar volgens sommige bronnen in Washington is deze informatie afkomstig van de inlichtingendienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Dat was geen reden voor minister van Defensie Rumsfeld om zijn oude beschuldiging over al-Qaida-activiteiten in Irak te herzien. „Al-Qaida is aanwezig en actief in Irak. De organisatie is verantwoordelijk voor een aantal dodelijke aanvallen op Irakezen, waarbij men hoopt de verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten”, aldus Rumsfeld zondag tijdens een onverwacht bezoek aan Koeweit. De Amerikanen hebben intussen 10 miljoen dollar uitgeloofd voor informatie die kan leiden tot de arrestatie van Zarqawi.