Kerk & religie

Religiewetenschap en theologie, een lastige verhouding

DEN HAAG. Heeft religiewetenschap de theologie nodig? Ja én nee, klonk het vrijdag, éven heftig, tijdens een bijeenkomst van het Nederlands Genootschap voor Godsdienstwetenschap (NGG) in Den Haag.

Redactie kerk
29 May 2015 22:10Gewijzigd op 15 November 2020 19:18
DEN HAAG. Het Nederlands Genootschap voor Godsdienstwetenschap (NGG) debatteerde vrijdag in de vorm van een rondetafelgesprek over het vorige week verschenen rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).  beeld Frank van Rossum
DEN HAAG. Het Nederlands Genootschap voor Godsdienstwetenschap (NGG) debatteerde vrijdag in de vorm van een rondetafelgesprek over het vorige week verschenen rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW).  beeld Frank van Rossum

Het NGG debatteerde in de vorm van een rondetafelgesprek over het vorige week verschenen rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) ”Klaar om te wenden… De academische bestudering van religie in Nederland: een erkenning”. Er waren ongeveer 25 deelnemers aanwezig die betrokken zijn bij het onderwijs van de religiewetenschap in de breedte van universitair theologisch Nederland.

Losworstelen

Een van de stellingen die Trouwjournaliste Marije van Beek –als debatleidster– de aanwezigen voorlegde, was: ”Religiewetenschap kan zich beter zo snel mogelijk losworstelen van theologie”.

Dr. Ab de Jong (Universiteit Leiden) stelde ronduit dat de religiewetenschap niet voortkomt uit de theologie. „Ze vormt geen eigen wetenschappelijk gebouw en heeft geen eigen domein van onderzoek, maar is een studieprogramma vanuit de negentiende eeuw, vooral bedoeld om predikanten op te leiden.” De ontwikkeling van religiewetenschap is volgens hem zelfs belemmerd, omdat zij in het verleden te veel gericht was op het jodendom en christendom.

Tussen religiewetenschap en theologie bestaat bepaald geen liefdesrelatie, stelde hij. De zelfstandige ontwikkeling van religiestudies, los van de theologie, noemde hij echter een experiment waarvan de uitkomst „hoogst onzeker” is. „Het is zelfs de vraag of de religiewetenschap kan bestaan zonder theologie. Ik ben niet bepaald gerust op de uitkomst van dit experiment.”

Dr. Christoph Baumgartner (Universiteit Utrecht) constateerde argwaan van béíde kanten. Deze is volgens hem niet te begrijpen en moet daarom ook overwonnen worden. Maar aan beide kanten moet nog veel werk worden verzet.

Dr. Albertine Nugteren, docent indologie aan de Tilburg University, betwijfelde zelfs of religie echt een zelfstandig onderwerp is, zoals de KNAW vooronderstelt. Ze was in ieder geval blij dat ze „vrij” was van de theologen en nu religie bestudeert als onderdeel van de cultuur.

Duplex ordo

Prof. dr. Ed Noort, emeritus hoogleraar Oude Testament aan de Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter van de KNAW-werkgroep die het rapport schreef, schetste de achtergrond van het rapport in de duplex ordo. Dat is het onderscheid tussen kerkelijke en staatsvakken, zoals dat sinds de negentiende eeuw gestalte kreeg. „Wat in Nederland over religie wordt gezegd heeft vaak een christelijke en protestantse achtergrond, hoe men vanuit het gelóóf tegen dingen aankijkt. Wij willen dat dát verdwijnt.”

Volgens dr. Mladen Popovic (Groningen) hebben religiewetenschappers en theologen elkaar hard nodig. De goede samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen zijn daar een voorbeeld van. „We moeten ze niet tegen elkaar uitspelen, maar erkennen dat zij verschillende interesses weerspiegelen. Laten ze lekker voetballen. Het mag soms best hard gaan, als het maar fair play is.”

Dr. Pieter Boersema, godsdienstwetenschapper aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven, beaamde dat. „Theologie en religiewetenschap hebben een geheel andere methode, de eerste is normatief van aard en de andere richt zich op godsdienst als verschijnsel. Als ze met elkaar samenwerken, geeft dat zelfs een grotere verdieping.”

Geleefde religie

Een van de aanbevelingen van het KNAW-rapport was om meer aandacht te geven aan ”geleefde religie”. Niet de geloofsleer, maar de verschijningsvormen van de beleefde of geleefde religie en spiritualiteit, institutioneel of individueel, moet voor het onderzoek het uitgangspunt zijn.

Voor dr. De Jong betekende dat echter „de newagerichting in de religiewetenschap”, die ten koste gaat van intellectuele diepgang en slagkracht. Dr. Nugteren sprak van een „meningencaroussel” als het gaat om de bekendheid van religie in het publieke domein. „Je hoort er weinig genuanceerde meningen, iedereen profileert vooral zichzelf. Religie is echter geen vrijbrief voor vaagheid en vormeloosheid.”

Media

Vanuit de aanwezigen werd gewezen op een betere bekendheid van religie in de media. Dr. Noort verwachtte veel van de Netherlands Academy of Religion (NAR), een van de aanbevelingen van het rapport. Die zou als een laboratorium en platform kruisbestuiving moeten organiseren en faciliteren. „Het NAR moet als een soort loket functioneren voor religie in de samenleving”, aldus Noort vrijdag.

We moeten vaker op televisie, vond dr. Paul van der Velde, docent hindoeïsme en boeddhisme in Nijmegen. „Echt?” zo vroeg dr. Nugteren. „Degenen die ervoor gevallen zijn, zijn allen met een kater thuisgekomen. Er is geen mogelijkheid van diepgang en degelijkheid.”

Dr. Van der Velde, zelf vaak aanwezig in programma’s, erkende dat. „Je moet in nog geen twee minuten je punt maken. Bovendien: ze zijn erop uit dat je ongenuanceerde dingen zegt. Toch blijft het een uitdaging om daar je boodschap te brengen.”


Debat NGG over KNAW-rapport

Het NGG debatteerde vrijdag in een rondetafelgesprek over het rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) over de academische bestudering van de religie in Nederland, getiteld ”Klaar om te wenden”. Het rapport was een verkenning van de situatie van de universiteiten in Nederland, waarin de wetenschappelijke bestudering van religie onder druk staat. Afdelingen theologie verdwijnen en religiewetenschap wordt gereorganiseerd als onderdeel van andere organisatie-eenheden, zoals de geesteswetenschappen. Volgens de KNAW is behoefte aan deskundigheid urgenter dan ooit, mede vanwege de toenemende spanningen in de samenleving met een religieuze achtergrond. Het KNAW-rapport spreekt van een „actief pluralisme” om te laten zien dat beide disciplines –theologie en religiewetenschap– elkaar nodig hebben. Ook confessionele instellingen moeten voor een goede bedding zorgen in een academische structuur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer