„Faillissement HSA was reële optie”
DEN HAAG (ANP). Faillissement van HSA, de exploitant van de hogesnelheidslijn HSL-Zuid, was voor het ministerie van Financiën als aandeelhouder van de NS een reële optie. HSA kampte met grote financiële problemen, maar Financiën zag dat in de eerste plaats als een zaak van de NS, grootaandeelhouder van HSA.
„We gingen niet oneindig geld in een bodemloze put storten”, zei Wouter Raab, topambtenaar bij Financiën, vrijdag tegen de parlementaire enquêtecommissie Fyra. De commissie onderzoekt waarom de Fyra, de trein die op de hogesnelheidslijn zou gaan rijden, veel te laat klaar was en maar kort heeft gereden omdat er van alles mis was met de trein.
Door faillissement van HSA zou het vervoer over de hogesnelheidslijn opnieuw aanbesteed moeten worden. Dit zou veel minder geld opgeleverd hebben dan de oorspronkelijke overeenkomst met HSA, onder meer doordat de economie er veel minder goed voor stond dan eind jaren negentig, toen het HSL-vervoer voor het eerst werd aanbesteed. Uiteindelijk maakte het ministerie van Verkeer en Waterstaat afspraken met de NS om de acute geldproblemen van HSA op te lossen.
Destijds onderhandelden NS en het ministerie van Financiën over de uitkering van een superdividend van 1,4 miljard door NS. De enquêtecommissie wilde weten waarom de NS dan niet beter geld in de noodlijdende dochter HSA had kunnen stoppen, in plaats van de uitkering van een groot dividend aan de Staat. Maar Raab noemde dat „buitengewoon onverstandig”. Het zou neerkomen op „verliesfinanciering”. Volgens de topambtenaar zou kapitaalstorting in een verliesgevend bedrijf „verbranden van geld” betekenen.