Teruggang
Vorig jaar liep de oplage van de dagbladen in Nederland met 100.000 exemplaren terug. Die teruggang deed zich niet voor het eerst voor. Al vele jaren staan de oplagecijfers onder druk. In 2002 daalde de oplage met 86.000. Dat was ook al heel wat.Die dalende oplagecijfers, gecombineerd met een teruglopende advertentiemarkt, maken dat dagbladondernemingen het in Nederland niet makkelijk hebben. De bedrijfsresultaten staan onder druk. Beursgenoteerde ondernemingen als Wegener en De Telegraaf willen echter graag goede rendementen laten zien.
Vrijwel alle regionale kranten nemen in hun eigen gebied een monopoliepositie in. Ten aanzien van de landelijke kranten is er voor het publiek nog wat te kiezen, zij het dat vier van de vijf grote landelijke dagbladen van dezelfde uitgever afkomstig zijn.
Die uitgever (PCM) dreigt binnenkort in buitenlandse handen te komen. Maar dat perspectief geeft geen aanleiding tot merkbare nationale verontrusting. Twintig of dertig jaar geleden zou dat heel anders zijn geweest.
Niet alleen zijn we inmiddels gewend aan allerlei fusies waarbij Nederlandse kroonjuwelen, zoals de KLM, in buitenlandse handen komen. Kranten hebben ook veel van hun glans verloren. Het zijn niet meer de boegbeelden van bepaalde maatschappelijke stromingen.
Voor het overgrote deel van de Nederlanders geldt al lang niet meer dat de krant waarop zij geabonneerd zijn, duidelijk maakt waar zij levensbeschouwelijk en politiek staan. Dat is alleen in orthodox-protestantse kring nog het geval.
Niet alleen de opkomst van nieuwe media (internet), maar ook het verschijnsel van gratis kranten als Sp!ts en Metro heeft de positie van de betaalde dagbladen uitgehold. Voor het gevoel van de jongere generatie is nieuws eigenlijk gratis.
Nu bieden kranten uiteraard meer dan het kale nieuws, maar veel mensen hebben de tijd en de belangstelling niet meer om zich in achtergrondverhalen te verdiepen. De tv is veel aantrekkelijker.
Er is dan ook geen reden om aan te nemen dat de Nederlandse dagbladen het dieptepunt al bereikt hebben. Als volgend jaar de economische conjunctuur aantrekt, zal het advertentievolume wel weer stijgen. Maar het zal veel moeilijker zijn om de neerwaartse curve van de oplagecijfers om te buigen.
Ook elders ter wereld is er sprake van ontlezing. Geen wonder dat de kranten verschillende pogingen in het werk stellen om hun lezers vast te houden en vooral ook nieuwe lezersgroepen aan te trekken.
Recent is een aantal Britse en Belgische dagbladen overgegaan op een kleiner formaat, het zogenaamde tabloidformaat. Dat werd meteen een succes. Kennelijk vinden lezers dat formaat toch handiger dan de grote kranten die ze tot dusver kregen. In Nederland gaat Het Parool daar eind volgende maand toe over.
Tabloidformaat werd tot dusver in krantenland geassocieerd met sensatiekranten. Dat, en het feit dat een eenpagina-advertentie op tabloidformaat heel wat minder opbrengt dan een op traditioneel formaat, heeft dagbladuitgevers er tot dusver van weerhouden om die overstap te maken.
In de toekomst zou dat wel eens anders kunnen worden. Niet alleen lezen tabloidkranten handiger in het openbaar vervoer, ook in huis heeft het kleinere formaat zijn voordelen. En een andere opmaak hoeft niet per se een verschraling van de inhoud te betekenen.
Zondagskranten zijn een andere vorm van vernieuwing waarmee uitgevers hun marktpositie trachten te versterken. Binnenkort wordt Nederland daar ook mee geconfronteerd. Hopelijk loopt dat uit op een fiasco. Het is ook de vraag of de lezers zitten te wachten op nog meer leesvoer.