Witte klederen
Openbaring 7:9b
„Staande voor de troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hun handen”
Door de witte klederen worden afgebeeld de volle rechtvaardigmaking en de volmaakte heiligmaking van de gezaligden in de hemel. Zo kunnen we deze witte klederen ook zien als een priesterlijk gewaad van deze verheerlijkten in de hemel. Want zij zijn nu gemaakt tot priesters voor God en de Vader. Want ook de priesters in het heiligdom waren bekleed met witte linnen rokken en klederen wanneer ze voor de Heere stonden en Hem dienden.
Witte klederen zijn ook een zinnebeeld van vrede. Deze lange witte klederen wijzen dan ook op de volmaakte staat van vrede van de gezaligden voor de troon. Ze zijn verheven boven alle onrust en moeite, want „noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal aldaar meer zijn.”
Witte klederen werden ook door aanzienlijken van stand en heerlijkheid gedragen. Het witte fijne lijnwaad waarvan deze klederen in die tijd gemaakt werden, was zeer kostbaar en duur. Daarom werden ze gedragen door edelen, koningen en raadsheren. De witte klederen in onze tekst drukken dan ook uit de staat van heerlijkheid van de gezaligden in de hemel, ja, hun koninklijke luister. Zij zijn immers ook gemaakt tot koningen voor God en de Vader.
Witte klederen waren ook het zinnebeeld van vreugde. Daarom was het bij vreugdemaaltijden in de oudheid altijd gebruikelijk om witte klederen te dragen. „Verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.”
Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam
(”De Bijbelse keurstoffen”, 1738)