Volgens Andriessen is het „goed haalbaar” om binnen vijf tot zes jaar breedband voor de gehele stad te realiseren. Onderzoek wijst volgens hem uit dat de kosten daarvoor niet buitensporig hoog zijn. Om bij alle 240.000 inwoners en 40.000 bedrijven een glasvezelnetwerk tot achter de voordeur aan te leggen, is per aansluiting een bedrag van 750 euro nodig.

Andriessen werd vorig jaar door de gemeente Den Haag in de arm genomen om te adviseren over breedbandige infrastructuur voor telecommunicatie. Door gebruik te maken van glasvezel kunnen internetters onderling meer digitale informatie uitwisselen. In het rapport van de commissie Realisme in Breedband wordt gesproken over een bandbreedte van ten minste 10 megabit per seconde in twee richtingen, met een uitloop naar 100 megabit per seconde.

Volgens de oud-minister is een infrastructuur van glasvezel in de nabije toekomst onmisbaar. „We redden ons anno 2003 nog goed met de aansluitingen van koper die nu onze huizen en bedrijven binnenkomen. Maar niet lang meer. Nu we het gemak en de voordelen van digitale communicatie hebben leren kennen, willen we meer. Zakelijk en privé. Koper schiet tekort als we beeldtelefoon willen, films willen downloaden en bekijken, on line willen gamen of samenwerken in een virtueel kantoor.”

Hoogwaardige telecommunicatie-infrastructuur verhoogt de kwaliteit van de samenleving, aldus Andriessen. Voor Den Haag geldt dat belang in het bijzonder, zo zei hij, verwijzend naar de aanwezigheid van ministeries, brancheorganisaties, internationale rechtsinstellingen en telecombedrijven als KPN, Casema en T-Mobile. Met glasvezel zijn extra diensten op het gebied van onderwijs, veiligheid en zorg mogelijk. „Den Haag is een stad waar kennis wordt gemaakt én gedeeld. Er wonen en werken in de regio 45.000 Engelstaligen, van wie een hoog percentage kenniswerkers.”

De basisinfrastructuur voor telecommunicatie in Den Haag ligt op dit moment in handen van twee bedrijven: KPN Telecom en Casema. Om alle kabels te verglazen, is het noodzakelijk dat zij een consortium vormen, aldus Andriessen. Het nieuwe samenwerkingsverband kan vervolgens de bestaande infrastructuur overnemen en die in een periode van vijf jaar (2005-2010) volledig van glasvezel voorzien. Als die operatie achter de rug is, moet het netwerk in principe beschikbaar worden gesteld aan alle telecomaanbieders.

Over de vraag naar de animo onder de Haagse huishoudens om actief te internetten via glasvezel, doet het rapport geen mededelingen. Volgens Andriessen moet het gemeentebestuur de vraag naar aansluitingen stimuleren, bijvoorbeeld door de bestaande pc-privé-regeling om te bouwen naar een breedband-privé-regeling. Ook instellingen en overheden hebben op dit punt een taak, door via internet speciale diensten aan te bieden. „Zowel in het onderwijs als op het gebied van zorg, verkeer, cultuur en veiligheid liggen er voldoende kansen.”