Zeker 19 doden bij aanslag in Saudi-Arabië
DAMMAM/SANAA. In het oosten van Saudi-Arabië is vrijdag een zelfmoordaanslag gepleegd op een sjiitische moskee waarin meer dan 150 mensen bijeen waren. Er vielen zeker negentien doden en tientallen gewonden.
Ooggetuigen spraken van een enorme explosie in de Imam Alimoskee in het dorp al-Qadeeh. Volgens een sjiitische activist, Jaafar al-Shayeb, is het gebedshuis compleet verwoest. Een andere activist, Naseema al-Sada, zei dat de aanslag plaatshad terwijl gelovigen de geboorte van imam Hussein vierden.
De sjiitische minderheid in Saudi-Arabië staat voor zeker 12 procent van de bevolking van bijna 30 miljoen Saudiërs. Het land wordt geregeerd door de soennitische familie Saud, die met de geestelijkheid een strenge vorm van islam oplegt. De sjiieten worden vaak als ketters of handlangers van (het sjiitische) Iran afgeschilderd. Ze wonen voornamelijk in de oostelijke provincie waar de meeste Saudische olie wordt gewonnen.
In november werd er in het oosten van Saudi-Arabië ook al een aanslag gepleegd. Toen kwamen zeker zeven mensen om het leven.
In het zuidwesten van het Arabisch schiereiland was gisteren nog een bomaanslag op een sjiitische moskee. De autoriteiten in de Jemenitische hoofdstad Sanaa meldden dat er dertien gewonden zijn gevallen bij een aanslag op een moskee die door Huthi’s wordt gebruikt. De Huthi’s zijn rebellen uit de Zaydi-minderheid. Dat is een sjiitische stroming die praktisch weinig van soennieten verschilt, maar in de politiek van het land een voorname rol nastreeft. Zaydi-voormannen regeerden het land als een koninkrijk van 1918 tot 1962.
De terreurgroep Islamitische Staat (IS), die grote delen van Syrië en Irak in handen heeft, claimt achter de aanslag in de Jemenitische hoofdstad te zitten. IS-strijders stellen een pure soennitische islam te belijden en noemen het door hen overheerste gebied in het Midden-Oosten daarom kalifaat.