Economie

Handelsrelatie tussen EU en VS weer onder druk

De spanningen in de handelsbetrekkingen tussen Europa en de VS lopen weer op. Zoals het er nu naar uitziet zal de EU per 1 maart strafmaatregelen invoeren in verband met een omstreden regeling in het Amerikaanse belastingsysteem.

A. A. C. de Rooij
20 February 2004 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:58

Europees commissaris Pascal Lamy, die namens de Unie de dossiers behartigt in de sfeer van de internationale handel, reist volgende week naar Washington om daar met hoofdrolspelers uit het Congres nog eens van gedachten te wisselen over het reeds langslepende conflict. „We hebben het liefst een vreedzame oplossing, maar erop gokken dat vergelding er niet van komt, is zeer gevaarlijk”, waarschuwde hij eerder. Een vertegenwoordiger van de tegenpartij duidde de kwestie al eens aan als „een potentiële atoombom.”

Bananen, hormoonvlees, staal, genetisch gemodificeerd voedsel: regelmatig zijn er botsingen tussen de economische grootmachten aan weerszijden van de Atlantische Oceaan en beschuldigen zij elkaar van praktijken die een ongehinderd verkeer van goederen en diensten verstoren. Ditmaal draait het om de fiscale constructie van de zogeheten Foreign Sales Corporations (FSC). Die verschaft ondernemingen een flink belastingdouceurtje op de winsten die zij behalen op de verkopen buiten de thuismarkt. De EU vindt het een vorm van verkapte exportsubsidie en is op dit punt door de Wereldhandelsorganisatie (WTO), die fungeert als scheidsrechter bij geschillen, in het gelijk gesteld.

We naderen de climax van een kat-en-muisspel dat al jaren duurt. De FSC-wetgeving dateert van 1984. Zij verving toen nagenoeg identieke bepalingen uit 1971, die volgens de opvatting van de GATT, de voorloper van de WTO, in strijd waren met de mondiale afspraken gericht op eerlijke concurrentieverhoudingen en onbelemmerde handelsstromen. Brussel zag in eerste instantie af van verdere actie. Pas in 1997 werd een klacht ingediend tegen de gewijzigde aanpak.

Weer trok Europa in het vonnis aan het langste eind. In 2000 tekende president Clinton daarom een volgende, maar nauwelijks aangepaste versie van de gewraakte wet: de Extraterritorial Income Exclusion Act. Ook die kan de toets der kritiek niet doorstaan, luidde een nieuw oordeel, vervat in een ongeveer 500 pagina’s tellend document. Zij voorziet Amerikaanse exporteurs van een niet geoorloofde besparing op hun belastingafdracht. Berekeningen tonen aan dat het gaat om een bedrag van jaarlijks 4 miljard dollar.

Met tegenzin erkennen de regering-Bush en het Congres dat aan hervormingen niet valt te ontkomen. Pogingen om de steven te wenden worden wel ondernomen, maar die stuiten op hevig verzet van die delen van het bedrijfsleven die hun voordelen dreigen kwijt te raken. Daardoor zit er geen schot in de zaak.

Mei vorig jaar keurde de WTO het verzoek van de EU goed om compenserende heffingen te mogen opleggen ter waarde van eveneens 4 miljard dollar. Voor een boete van een zo forse omvang gaf de in Genève gevestigde instelling niet eerder groen licht. We kunnen dus met recht spreken van het grootste handelsgeschil uit de geschiedenis.

De Europese Commissie besloot echter niet onmiddellijk represailles toe te passen. Zij wilde de VS de tijd geven om alsnog een streep te halen door het FSC-regime. Maar het geduld raakt een keer op. Begin november kondigde zij aan dat zij van plan was op 1 maart 2004 te starten met de sancties. Die datum verschijnt over ruim een week op de kalender.

Het beoogde programma zal geleidelijk aan vorm krijgen. Het begint met een importtarief van 5 procent op een lange lijst van producten van Amerikaanse bedrijven. Elke maand vindt er een automatische verhoging plaats met 1 procent, totdat in maart 2005 een plafond wordt bereikt van 17 procent.

Niemand is gelukkig met de strafmaatregelen, maar Brussel redeneert dat het omwille van de geloofwaardigheid niet mag berusten in het niet naleven van een WTO-uitspraak door de VS. De gang van zaken zal de vaak toch al moeizame relatie met dat land op het terrein van de onderlinge im- en exporten geen goed doen. Het risico van een transatlantische handelsoorlog neemt toe. Uiteindelijk zullen er bij dit soort ruzies alleen maar verliezers zijn.

Tegen die achtergrond heeft het Europese bedrijfsleven, verenigd in de werkgeverskoepel Unice, in een brief aan Lamy gevraagd Washington nog enige flexibiliteit te gunnen en de deadline wellicht wat vooruit te schuiven. Een compromis verdient immers verre de voorkeur. De hoop is erop gevestigd dat de commissaris volgende week misschien toch nog beweging in de zaak kan brengen, al lijkt de kans op een succesvolle afloop van zijn missie klein.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer