Kerk & religie

Gerechtigheid in Pakistan lijkt nog ver weg

GORINCHEM. Ze was vier maanden zwanger. Shama heette ze. Haar man was Shazad. Ze woonden ergens op het platteland van Pakistan, samen met hun vier kinderen. Shama en Shazad leven niet meer. Vorig jaar november werden ze in een brandende steenoven levend verbrand.

Jan van ’t Hul
20 May 2015 23:32Gewijzigd op 15 November 2020 19:04
Muktar Atwal, de vader van Shama, met zijn klein Solomon (6). beeld SDOK
Muktar Atwal, de vader van Shama, met zijn klein Solomon (6). beeld SDOK

Richard Groenenboom, woordvoerder van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) en verslag­gever voor de Evangelische Omroep (EO), keerde vrijdag terug van een reportagereis naar Pakistan. Hij bracht onder meer een bezoek aan de plaats Kot Radha Kishan (provincie Punjab) waar vlakbij Shama Bibi en Shazad Masih werden omgebracht.

Met een gehuurde auto met geblindeerde ruiten reed Groenenboom door het moslimgebied, onderweg naar de steenfabriek waar Shama en Shazad werkten. „Heftig. We kwamen ook nog langs de moskee waarvandaan de imam in november de moslims had opgeroepen om dit christelijke echtpaar een lesje te leren.”

Shama en Shazad, een christelijk echtpaar, werden op 4 november 2014 beschuldigd van godslastering. Daarna werden ze door een woedende menigte van honderden radicale moslims opgepakt, in elkaar geslagen, achter een tractor over de straat gesleept, gemarteld en gedumpt in een steenfabriek buiten het dorp. Hun zwaargewonde lichamen werden, terwijl hun vier kinderen (in de leeftijd van één tot zes jaar) toekeken, in de ovens geschoven en levend verbrand. „De locatie van die steenfabriek deed mij denken aan het volk Israël dat in Egypte bij de tichelovens stenen moest bakken, onder hoge temperaturen. Zo was het daar ook. Het was een gevaarlijke plek waar ik maar kort kon blijven.”

Groenenboom heeft vorige week drie van de vier kinderen van het echtpaar ontmoet en gesproken. „De oudste, Solomon, een ventje van zes jaar, was niet erg spraakzaam, leek nog steeds zwaar getraumatiseerd. Zijn opa vertelde dat het ventje soms heel boos kan worden en dat hij zegt later de moslims te willen doden. Opa probeerde hem uit te leggen dat wraak niet de beste reactie is.”

Drie broers van het echtpaar hebben een rechtszaak tegen de daders aangespannen. Daar betalen ze nog steeds de prijs voor, zegt Groenenboom. „Inmiddels zitten ze ondergedoken, uit vrees eenzelfde lot te ondergaan omdat de betrokken moslims hen met de dood bedreigen.”

Bij Pakistaanse christenen is weinig vertrouwen dat er in deze zaak nog wordt rechtgesproken. „Hoop dat het recht zijn loop krijgt, is er in Pakistaan weinig”, constateert Groenenboom.

De woordvoerder heeft in Pakistan met veel verschillende mensen gesproken, onder anderen met een vertegenwoordiger van de Human Rights Organisation of Pakistan (HROP), een gezaghebbende instantie op het gebied van mensenrechten waarin ook moslims participeren.

„De zaak van de verbranding van dit christelijke echtpaar heeft in Pakistan veel ophef gegeven. Christenen over de gehele wereld hebben geschokt gereageerd op deze brute moord. Sommigen hebben de internationale gemeenschap opgeroepen om druk uit te oefenen op de Pakistaanse regering. Maar ook bij de HROP zijn ze erg sceptisch over de vraag of hier nog recht zal geschieden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer