„Toezicht dreigt door te schieten”
Het toezicht op financiële dienstverleners (tussenpersonen bij verzekeringen) dreigt te ver te gaan.
De Wet financiële dienstverlening (WFD), die dit jaar in werking treedt, bezorgt de verzekeringssector extra financiële lasten, terwijl het kabinet een beperking van een kwart in het vooruitzicht had gesteld.
Dat heeft A. van Rossum, topman van bankverzekeraar Fortis, donderdag verklaard. „Scherpere normen voor goed ondernemerschap zijn prima. Dat past in deze tijd, maar de regelgeving moet niet doorschieten”, hield Van Rossum zijn gehoor tijdens een bijeenkomst van NVA-tussenpersonen voor.
Het gaat volgens hem om de juiste balans. „Soms ziet de consument door de bomen het bos niet meer.” Als het aan Van Rossum ligt, kan het allemaal wat minder. Hij pleit voor zelfregulering. Alleen echt cruciale zaken moeten in wetgeving worden verankerd. De al bestaande Financiële Bijsluiter en de Gedragscode Verzekeraars bieden consumenten volgens hem al voldoende bescherming.
De overheid wil met de wet het vertrouwen van consumenten vergroten. Bedrijven en tussenpersonen die financiële producten (verzekeringen, kredieten) verkopen, moeten zich houden aan regels voor deskundigheid, integriteit en zorgplicht. Het toezicht op de nieuwe wet ligt bij de de financiële toezichthouder AFM.
De wet zorgde al voor onrust onder verzekeraars en hun tussenpersonen, in de regel de schakel tussen product en klant. President N. Wellink van De Nederlandsche Bank waarschuwde vorig voorjaar voor een forse sanering onder tussenpersonen. De bemiddelaars staan onder druk van nieuwe regelgeving en financiële concerns proberen de tussenpersonen te passeren om kosten te besparen.
Fortis benadrukt de tussenpersoon te willen handhaven, volgens Van Rossum bij uitstek de persoon om de vaak moeilijke informatie te vertalen naar de klant. „Dat is precies de reden waarom Fortis ASR exclusief kiest voor het intermediair bij de afzet van haar verzekeringsproducten.”