Schouw (30 december 1965) was twaalf jaar parlementariër, zeven jaar in de Eerste Kamer en de laatste vijf jaar in de Tweede. „D66 staat er goed voor, we hebben meer leden dan ooit en de peilingen zijn gunstig. Dit is dan ook een mooi moment om aan iets nieuws te beginnen. Maar dat ik de politiek ga missen, is een zekerheid.”

Partijleider Alexander Pechtold ziet hem volgens eigen zeggen „met pijn in het hart” gaan. Het vertrek van Schouw komt voor de buitenwereld als een verrassing. Hij leek zich als een vis in het water te voelen op het Binnenhof.

Schouw zette zich onder meer in voor de afschaffing van het verschijnsel weigerambtenaar, een trouwambtenaar die geen homoseksuele stellen wil trouwen.

Ook was hij indiener van een initiatiefwetsvoorstel over ‘deconstitutionalisering’ van de benoeming van burgemeesters en commissarissen van de Koning. Mocht het plan ooit een feit worden, dan worden deze hoogwaardigheidsbekleders niet meer bij Koninklijk Besluit benoemd. Een dergelijke wijziging in de Grondwet kost echter jaren.

Schouw was in 2012 kandidaat voor het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar legde het af tegen Anouchka van Miltenburg.