„Dodental christelijk geweld valt lager uit”
MÜNSTER. Het aantal mensen dat door kruistochten, de inquisitie en heksenverbrandingen is omgekomen, ligt veel lager dan algemeen wordt aangenomen.
Dat blijkt uit onderzoek van de rooms-katholieke kerkhistoricus prof. dr. H. C. Angenendt van de Westfaalse Wilhelmsuniversiteit in Münster. De Duitse christelijke nieuwsdienst Idea berichtte hier dinsdag over.
Veel bronnen gaan ervan uit dat sinds Christus’ opstanding ongeveer 9 miljoen mensen slachtoffer zijn geworden van geweld door christenen. Historische bronnen laten echter andere aantallen zien, zegt prof. Angenendt. Slachtofferaantallen van oorlogen in de middeleeuwen worden volgens hem vaak schromelijk overdreven door de overwinnaars om het succes te benadrukken. Betrouwbare cijfers van dodentallen van de kruistochten zijn er daarom niet, zegt hij.
Door de inquisitie zijn er volgens prof. Angenendt zo’n 10.000 doodsvonnissen voltrokken, waarvan ongeveer de helft voor seksuele misdrijven. De heksenverbrandingen kostten circa 50.000 mensen het leven, waarvan de helft in het gebied van het huidige Duitsland plaatsvond. „De executies werden echter niet door de kerk, maar door seculiere rechtbanken uitgevoerd. De kerk wees deze praktijken af.”
Critici van de rol van de kerk in de geschiedenis zouden zich niet van de christelijke traditie moeten afwenden. In plaats daarvan zouden ze de verkeerde dingen daarin moeten veroordelen en het goede versterken, vindt prof. Angenendt. Hij schreef in 2007 een standaardwerk over de geschiedenis van geweld in het christendom.