Voor Philips was 2001 een „heel slecht jaar” zo stelde Kleisterlee donderdag bij de presentatie van de jaarresultaten. Het recordverlies steekt schril af tegen de enorme winst in 2000. De 9,6 miljard euro die het concern in dat jaar overhield, was de grootste winst uit zijn geschiedenis, al was verreweg het grootste deel -7 miljard euro- afkomstig uit de verkoop van bedrijfsonderdelen. In 1996 kwam Philips voor het laatst in de rode cijfers (268 miljoen euro) terecht. De omzet in 2001 daalde met 15 procent naar 32,3 miljard euro.

Een groot deel van het miljardenverlies vorig jaar komt voor rekening van eenmalige uitgaven die Philips onder andere heeft gedaan voor een omvangrijke reorganisatie en voor kostenbesparingsprogramma’s. Na aftrek van het saldo van eenmalige baten en lasten (1,7 miljard euro) blijft een operationeel verlies over van 908 miljoen euro, terwijl er in 2000 sprake was van een plus van 2,8 miljard euro. Met dat verlies uit de dagelijkse activiteiten presteert Philips slechter dan de analisten gemiddeld hadden verwacht.

Philips zegt zwaar te hebben geleden onder de wereldwijde economische teruggang, vooral in de technologie- en de telecommunicatiemarkt. De tegenwind trof onder meer de chipsproductie en de consumentenelektronica. De onderdelen huishoudelijke apparatuur, licht en medische systemen presteerden naar behoren.

In 2002 verwacht Philips weer winst te maken. „Ik denk dat 2002 toch wel weer zwarte cijfers zal laten zien”, aldus Kleisterlee. Het dieptepunt van de ICT- en telecomdepressie is gepasseerd, maar van een duidelijk aantrekken van de markt is nog geen sprake. Een verbetering van de resultaten zou vooral moeten komen van kostenbesparingen en grotere efficiency.

De onderneming maakte bekend de komende anderhalf jaar 27 bedrijven te verkopen. Kleisterlee denkt daarmee 1 miljard euro binnen te halen. Via overnames wil het concern zijn positie versterken. Potentiële kandidaten wilde Kleisterlee niet noemen.