De in Iran geboren Sargis Sangari heeft een Assyrische achtergrond. Zes jaar lang was hij als kolonel in het Amerikaanse leger in het Midden-Oosten gestationeerd. Nu gebruikt hij zijn militaire ervaring om christenen in Irak en Syrië te adviseren. En dat niet alleen met betrekking tot hun strijd tegen Islamitische Staat. Deze christenen proberen namelijk te overleven in een regio waar ze zich omringd weten door allerlei andere vijanden.

Schorpioen

Sangari bezocht Iraakse en Syrische geloofsgenoten die naar verschillende buurlanden zijn gevlucht. Ook daar hebben christenen het vaak zwaar. „Probeer je voor te stellen”, zegt hij, „dat je als christelijk vluchteling op een openbare parkeerplaats verblijft. Kinderen zoeken schorpioenen, om die vervolgens tussen de christenen te gooien in de hoop dat ze gebeten worden. Of probeer je voor te stellen dat je gedwongen wordt om dagelijks een berg te beklimmen om daar je drinkwater te halen. Dit omdat je niet-christelijke buren de enige waterbron die tot je beschikking stond, hebben vervuild met urine en uitwerpselen.”

Sangari vraagt deze christenen om vergeving, omdat zij vaak worden gezien als„een hinderlijke last” voor het Westen, dat „zo graag politieke en economische akkoorden wil sluiten met islamitische landen.”

Eiland

In de stad Hassakeh, in het oosten van Syrië, verslechtert de situatie voor christenen. Zij beleven angstige momenten omdat er aan alle zijden zwaar wordt gevochten. De Syrisch-katholieke aartsbisschop van Hassakeh, Jacques Behnan Hindo, omschrijft de situatie als desastreus. „We beleven vreselijke momenten. We zijn van alle hulp afgesneden. We zijn als een eiland dat aan alle kanten wordt omringd door jihadisten”, aldus de aartsbisschop.

De christenen die nu nog in Hassakeh wonen, hebben geen enkele mogelijkheid om de stad te ontvluchten.

Strijders van Islamitische Staat houden nog steeds 242 christenen gevangen. Ze ontvoerden hen in de regio Khabur. De ongerustheid over hun lot neemt toe en sommige kerken in het Midden-Oosten zijn daarom een vasten­periode begonnen.

Er is via bemiddelaars met 
Islamitische Staat onderhandeld over de vrijlating van de christenen, maar die eiste 23 miljoen dollar (ruim 20 miljoen euro) losgeld. De kerken konden dit bedrag samen onmogelijk opbrengen en hadden een tegenbod gedaan, dat IS echter heeft afgewezen. Sindsdien is er niets meer vernomen van de gegijzelde christenen.

Wat de zorgen over de gevangen christenen nog doen toenemen, zijn de bombardementen van de Syrische luchtmacht. Die bestookte onlangs het gebied waarin Islamitische Staat deze christenen waarschijnlijk vasthoudt. Hoeveel slachtoffers hierbij zijn gevallen, is onbekend.