Dat pleidooi klinkt in het nieuwste nummer van DRS Magazine, het tijdschrift van het reformatorisch onderwijs. Het is maandagmiddag in Gouda overhandigd aan prof. dr. P. Schnabel, voorzitter van het Platform Onderwijs2032, dat ideeën over de toekomst van het onderwijs bundelt.

Het nummer staat in het teken van Onderwijs2032. Staatssecretaris Dekker is dit debat over een nieuw curriculum gestart vanuit de visie dat leerlingen moeten worden opgeleid voor de kenniseconomie van morgen. „Dat dat noodzakelijk is, zal niemand ontkennen, maar de voorgestelde aanpak komt erg technisch en instrumenteel over”, stelt VGS-medewerker mr. J. G. Macdaniel MA. „Zo wordt bijvoorbeeld de arbeidsmarkt wel erg dominant gepositioneerd.”

Ook in andere artikelen wordt eenzijdige nadruk op de effectiviteit van het onderwijs afgewezen en wordt een pleidooi gevoerd voor doorwerking van christelijke noties in de vorming van leerlingen en de inkleuring van de schoolvakken. Ict-ontwikkelingen in het onderwijs maken die vorming volgens de auteurs des te meer noodzakelijk.

„We zijn er als reformatorische scholen nog niet in geslaagd om morele vorming in ons hele onderwijs te laten doorsijpelen”, stelt drs. L. N. Rottier, bestuurder van Driestar Educatief. „Het is te veel opgesloten in het godsdienstonderwijs.” Rottier noemt het opvallend dat christelijke scholen in het buitenland „veel meer proberen om tot een totaalconcept van morele vorming te komen.”

RMU-jurist mr. J. G. N. Schreuders pleit ervoor dat in de arbeidsvoorwaarden ruimte blijft voor identiteitsaspecten. „Dit omdat de hele samenleving gebaat is bij goed christelijk onderwijs.”

Het zal volgens Schreuders ook in 2032 mogelijk moeten zijn dat scholen in hun benoemingsbeleid keuzes maken op grond van overtuiging.

„Religie hoort niet achter de voordeur, maar is juist van zeer groot belang voor onze maatschappij”, stelt de RMU-jurist. „Het Evangelie kan de samenleving vooral alle goeds brengen. Gods geboden zijn heilzaam, een kompas waarmee de samenleving als geheel, maar ook het individu, alleen maar werkelijk vooruit kan komen. En dan gaat het niet alleen om religie, maar ook om sociale rechtvaardigheid, zorg voor elkaar, bescherming van de zwakken, respect voor de ander, liefde tot allen.”

„Een school kan nooit een christelijke school zijn zonder dat alle personeelsleden zich hartelijk verbonden weten met de grondslag daarvan”, stelt ook VGS-medewerker Macdaniel. „Dat betekent ook dat het aan het personeel is om die papieren grondslag in de praktijk van alledag handen en voeten te geven.”

Macdaniel pleit ervoor dat het reformatorisch onderwijs gaat nadenken over kerndoelen voor het godsdienstonderwijs. Dat pleidooi klonk recent ook in workshops die de VGS met schoolbesturen en -directies en kerkenraden hield.

Bestuurslid G. A. Lassche-van Grol van de Reformatorische Oudervereniging (ROV) wijst op het belang van samenwerking tussen school en ouders. „Er zal een niet-vrijblijvende samenwerking aangegaan moeten worden om ervoor te zorgen dat ouders niet aan de zijlijn blijven staan.”