Nieuwe predikant voor Nederlanders in Noord-Duitsland
BERLIJN. De Nederlandse Kerk in Duitsland (wijk Noord) heeft sinds vorige maand een nieuwe predikant. Na zijn intrede kreeg ds. W. in ’t Hout (63) meteen een bijzondere taak: spreken bij de dodenherdenking in voormalig concentratiekamp Sachsenhausen. Kenmerkend voor een herder en leraar met een ongewone opdracht.
Het was eerbiedig stil binnen de muren van het voormalige concentratiekamp, even ten noorden van Berlijn. Hier werden tijdens de Tweede Wereldoorlog tienduizenden mensen vermoord. Op 4 mei was er aandacht voor de Nederlandse slachtoffers. De 94-jarige Joop Snep hield een indrukwekkend verhaal. Hij overleefde de gruwelen en vertelt zijn geschiedenis nog regelmatig op Nederlandse en Duitse scholen. Volgens ds. In ’t Hout draait het bij het herdenken juist om deze levensverhalen.
De loopbaan van de predikant is bijzonder. Vijf jaar was hij verbonden aan een gewone gemeente. Daarna werkte hij 21 jaar als legerpredikant en bekleedde hij 7 jaar een vergelijkbare functie bij de politie. „Bij mij hebben altijd twee lijnen centraal gestaan: werken in de kerk en mijn werk buiten de kerk.”
Die twee lijnen brengen ds. In ’t Hout naar de Duitse hoofdstad en ommelanden. Hij zal voorgaan in Berlijn en Bellin, een dorpje in de Noord-Duitse deelstaat Mecklenburg-Voorpommeren. Twee erg verschillende gemeenten, waarvan Bellin de grootste is. Daar komen voornamelijk Nederlandse boerengezinnen die in de wijde omtrek wonen. Berlijn kent een meer gemêleerd gezelschap, van studenten tot ouderen die al decennia in de Duitse hoofdstad wonen.
In beide gemeenten wil hij de rol van predikant vervullen, maar er ook zijn voor mensen die kerkelijk geen onderdak hebben gevonden. „Die zijn er genoeg. Ik heb nu al vragen gekregen om doopdiensten te leiden.”
Ds. In ’t Hout wil meer werken aan het gezicht van de kerk in de samenleving. „Vaak kennen mensen ons niet, terwijl ze allang in Duitsland wonen. Ik wil er veel op uittrekken. Ik zoek bijvoorbeeld contact met studenten in Berlijn en boeren in Noordoost-Duitsland.”
Protestantse Kerk
De Nederlandse Kerk in Duitsland (NKiD) is verbonden aan de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Vanuit de EKD komt er via de kerkbelasting geld binnen, al staat die de laatste jaren onder druk. De contacten op afstand zijn niet makkelijk. NKiD-predikant P. Roggeband uit Essen verweet de PKN in 2011 „gebrek aan belangstelling.” Iets waar de kerk zich destijds niet in herkende.
Ds. In ’t Hout begrijpt de wat lastige positie van de kerk in Duitsland. „Net als krijgsmachtpredikanten opereer je een beetje buiten de gewone kerk. Je wordt wel gestuurd, maar valt niet op.”
Volgens de predikant moet er van twee kanten aan die relatie gewerkt worden. „Ik wil het contact intensiveren. Dat kan ik omdat ik goede banden heb met het Dienstencentrum in Utrecht.”
Liturgie
Zijn werk in het leger en bij de politie hebben hem als voorganger gevormd. „De boodschap die ik breng is niet veranderd. De manier waarop ik die breng wel. De tale Kanaäns heb ik afgeleerd, om te kunnen spreken met mensen die deze niet gewend zijn.”
De Nederlandse Kerk in Duitsland heeft geen echte leden. De bezoekers van de maandelijkse kerkdienst zijn meestal lid van de lutherse kerk. Maar Nederlandstalige erediensten zijn erg belangrijk, zegt ds. In ’t Hout. „Je bidt het liefste in je moedertaal. En de calvinistische liturgie is anders dan de lutherse. Het is belangrijk de band met elkaar levend te houden.”
Berlijn en Bellin vormen samen de wijk Noord van de NKiD. Daarnaast zijn er de wijken Oost, Zuid en West. Verspreid over heel Duitsland worden er op dertien plekken samenkomsten gehouden.