Rentmeesterschap is tegendraads
Een christelijke visie op duurzaamheid is verstrekkend, maar soms tegendraads, reageert Laurens van der Tang.
De column die ik schreef over christelijke duurzaamheid (RD 28-4) deed enig stof opwaaien, blijkens de reacties van Pieter Meijers (RD 6-5) en Henk Massink (RD 12-5). Ik wil graag mijn visie –die naar de mening van Meijers ernstig tekortschiet– nader toelichten en ingaan op punten van kritiek.
Mijn vertrekpunt is dat de aarde des Heeren is, „mitsgaders haar volheid, de wereld en die daarin wonen” (Psalm 24:1). Wanneer wij Gods geboden gehoorzamen, en met name wanneer wij dit doen uit ware dankbaarheid –met liefde tot God en de naaste als kern hiervan– is aandacht voor goed rentmeesterschap een vanzelfsprekendheid. Dat geldt daarmee eveneens voor duurzaamheid als aspect van rentmeesterschap. En inderdaad is dit een persoonlijke en verticale opdracht, zoals Meijers terecht opmerkt, en zoals ikzelf ook stelde in mijn eerste column over duurzaamheid (RD 7-10-2014).
Een Bijbelse visie op duurzaamheid is dus verstrekkend en omvat alle facetten van het leven. Het gaat om al Gods geboden en ons gehele gedrag. Of zoals Massink terecht benadrukt: „Een alle aspecten van het leven doortrekkende soberheid en matigheid.” Tegelijk houdt zo’n visie rekening met de realiteit van de zondeval, de beperktheid van het menselijke kunnen en kennen, de onverbeterlijke geneigdheid van mensen tot het kwade, de vergankelijkheid van deze wereld en het perspectief van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Bovendien: God regeert! Hij bestuurt de wereld met volmaakte wijsheid en macht. Daardoor zijn er verrassende wendingen in de loop der dingen die ver boven onze gedachten uitgaan.
Alert
Dat alles maakt dat een christen alert en kritisch reageert op vergaande wetenschappelijke pretenties, optimistische opvattingen over de maakbaarheid van de samenleving, of meningen die meer ingegeven lijken te zijn door emoties van de massa’s dan een nuchtere afweging van feiten. En dat kan soms aanleiding geven tot tegendraadse opvattingen over duurzaamheid.
Dat geldt temeer omdat een christelijke visie op duurzaamheid nogal verschilt van die van seculieren. Want die wordt vooral ingegeven door collectieve angst, ontwikkelt zich zonder Bijbels fundament van duurzame normen en waarden, moet maximale ruimte behouden voor teugelloze vrijheid van het individu, ziet behoeftebevrediging als voorname bron van geluk, streeft naar een utopisch aards ideaal en moet het doen met de wijsheid van de wetenschap als enige richtingwijzer. Een hachelijke onderneming.
En dat blijkt ook wel. Er gaat in Nederland het nodige mis bij het streven naar duurzaamheid. Ik geef slechts twee voorbeelden. De afgelopen tien jaar is er zo’n 15 tot 20 miljard gespendeerd aan subsidies en fiscale voordelen voor milieuvriendelijke auto’s. Dit blijkt echter nauwelijks bij te dragen aan vermindering van de CO2-uitstoot. Herstel van de zondagsrust in ons land zou vermoedelijk meer hebben bijgedragen aan CO2-reductie en had geen eurocent gekost. Sterker, we zouden geld bespaard hebben.
Er is een kleine 60 miljard uitgetrokken om ervoor te zorgen dat in 2020 14 procent van onze energie afkomstig is uit vernieuwbare bronnen, mede vanwege afspraken in Europa. Het niet halen van dit doel betekent dat er door de EU boetes opgelegd worden. Op zich is het streven naar meer duurzame energie niet verkeerd, maar hier lijkt sprake te zijn van een nogal geforceerd en overambitieus programma waar een tamelijk arbitrair doel een geheel eigen leven is gaan leiden, deels als gevolg van Europa. De Algemene Rekenkamer becijferde overigens onlangs dat er 12 miljard extra nodig is om het doel binnen de gestelde tijd te halen, omdat de subsidies minder effectief zijn dan verwacht.
Voorzichtigheid
Ben ik van mening dat we onze ogen moeten sluiten voor wetenschappelijke inzichten, bijvoorbeeld wanneer het gaat om klimaatverandering? Zeker niet. Het is belangrijk om hier nota van te nemen. Tegelijkertijd is voorzichtigheid op haar plaats. De zaken liggen complexer dan vaak wordt gesteld. Tegen de voorspellingen in, en anders dan Meijers stelt, was er de afgelopen vijftien jaar bijvoorbeeld geen sprake van opwarming van de aarde. Dat betekent niet dat er niets met ons klimaat aan de hand is. Integendeel. Echter, wat er precies wel aan de hand is, en waardoor dit verklaard kan worden, is minder evident dan vaak wordt gesuggereerd.
Hoe ik aankijk tegen het stimuleren van gebruik van duurzame energie? Ik ben daar zeker niet tegen, maar vind dat er wel nuchtere afwegingen moeten worden gemaakt. Je kunt niet stellen dat groene energie ”goed” is, en andere vormen van energie ”fout” zijn. Die indruk wordt wel gewekt. We moeten een realistisch beleid ontwikkelen dat gebaseerd is op eerlijke afwegingen. Goed gebruik van fossiele brandstoffen zal onvermijdelijk een grote rol blijven spelen.
Kortom, ik pleit voor een christelijke visie op duurzaamheid. Die is verstrekkend, en soms tegendraads. Laten christenen niet bang zijn om tegen de heersende opinie in te gaan. Laten zij ook niet moe worden om Bijbels rentmeesterschap uit te leggen. En laten zij natuurlijk vooral zelf het goede voorbeeld geven.
De auteur is directeur van een it-bedrijf.