Alternatieve geneeswijzen
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de artsenorganisatie KNMG willen dat er maatregelen worden genomen tegen „mishandelingen” van artsen, alternatieve genezers en het medium Jomanda.Aanleiding is het rapport over de zorgverlening aan actrice Sylvia Millecam, die in de zomer van 2001 overleed aan borstkanker. Zij had een intense vriendschapsrelatie met Jomanda. Die vertelde haar dat ze beslist geen kanker had. Millecam geloofde dat en weigerde iedere andere diagnose of behandeling van een reguliere arts te accepteren.
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid wil binnenkort met het voorstel komen dat alleen nog reguliere artsen medische diagnoses mogen stellen. Zo hoopt hij de macht van alternatieve genezers te beperken. Op dit moment kunnen zij alleen vervolgd worden als zij concrete schade aan patiënten hebben berokkend.
Nog maar enkele jaren geleden heeft het ministerie onder druk van de Tweede Kamer de regels voor alternatieve geneeswijzen versoepeld. Ieder die zich uitgeeft voor therapeut heeft de wettelijke vrijheid zorg te verlenen. Achterliggende gedachte was dat de mondige patiënt zelf mag kiezen welke behandeling hij wil ondergaan.
Die tolerantie tegenover alternatieve behandelaars stelt de IGZ nu ter discussie. En zij krijgt daarin de minister mee. Juist door de bevoegdheid tot het stellen van diagnose uitsluitend aan reguliere artsen toe te kennen, wil de bewindsman voorkomen dat zieken blindelings afgaan op de mening van alternatieve behandelaars. Die zijn doorgaans ook niet gewend zich te houden aan de gangbare regel in de geneeskunde om beschikbare gegevens over patiënten op te vragen.
Schrijnend is wel dat het besluit tot maatregelen valt nu het rapport over het ziekteverloop van een bekende tv-ster op tafel ligt. Jaarlijks maakt zo’n 15 procent van de bevolking gebruik van de diensten van de ruim 12.000 alternatieve genezers in ons land. Een behoorlijk deel van deze behandelaars belooft meer dan het waar kan maken. Dat verschilt niet zo veel van misleiding, hetgeen het medium uit Tiel nu -terecht- verweten wordt. Kennelijk hebben gezondheidsorganisaties en het ministerie bekende Nederlanders nodig om tot daden te komen.
Maar natuurlijk is het niet juist om alle alternatieve geneeswijzen over één kam te scheren. Er is een verschil tussen de kwakzalverij van een iatrosoof en het werk van een natuurgenezer of een homeopaat. Van veel kruidengeneeskundige behandelingen is aangetoond dat ze werken en de behandeling van homeopaten boekt soms ook resultaat.
Mensen kiezen vaak voor alternatieve geneeswijzen wanneer zij uitbehandeld zijn of als tweede route naast de reguliere geneeskunst. Daar hoeft op zich niks mis mee te zijn. Minimale voorwaarde is wel dat alternatieve behandelaars hun beperkingen kennen en zich niet wagen aan het advies dat patiënten zich verre moeten houden van de reguliere geneeskunst. Overigens is duidelijk dat ook de reguliere zorg niet altijd garant staat voor een juiste behandeling. Ook daar worden fouten gemaakt, zoals blijkt uit een rapport dat vanmorgen is gepresenteerd.
Het voorstel van de minister dat het stellen van een diagnose alleen door medici mag gebeuren, beperkt op papier wel de macht van alternatieve genezers, maar is in feite oncontroleerbaar. Reguliere artsen zullen niet snel bereid zijn hun gegevens aan niet-medici ter beschikking stellen. Bovendien kan niet worden gecontroleerd of een alternatieve zorgverlener de conclusies van een arts overneemt. De enig begaanbare weg is: alternatieve behandelaars dwingen tot transparante informatie over hun aanpak vooraf en hen achteraf beoordelen op hun resultaten, hoe moeilijk dat ook is.